De waarden die gegeven worden in
bovenstaande tabel zijn de standaardwaarden.
De vereiste snelheid hangt af van het
materiaal en de omstandigheden. U kunt dit
testen door een proefstukje te frezen.
Constante Elektronische Controle
en Langzame Start (Alleen bij de
WX16RT&WX16RT.1)
De constante elektronische controle houdt
onder de meeste omstandigheden de
snelheid constant bij onbelast draaien.
De langzame start vertraagt de toename
van de motorsnelheid om terugslag of het
koppeleffect van de motor te verminderen en
zorgt zo voor een betere bescherming en meer
comfort.
4. DE ZAAGDIEPTE INSTELLEN
Afhankelijk van het gebruik, kan de freesdiepte
in verschillende trappen worden ingesteld.
WAARSCHUWING: Verander de
snijdiepte alleen wanneer de
bovenfrees is uitgeschakeld.
Grof afstellen freesdiepte
Plaats de bovenfrees op het werkobject
waarmee gewerkt gaat worden.
Plaats de knop (1) voor het fijn instellen
van de freesdiepte in de middelste stand;
hiervoor dienen de markeringen (23) op
de achterkant van de bovenfrees op elkaar
aan te sluiten, zoals getoond. Draai daarna
de schaalverdeling (2) naar "0" (ZieC). Stel
daarna de trapbuffer (9) in op de laagste
stand. U hoort een klik als de buffer goed zit.
Draai borgschroef (7) los, zodat de dieptestop
(6) vrij bewogen kan worden.
Maak de klem (3) los door deze met de klok
mee te draaien en de bovenfrees langzaam te
laten zakken tot de frees de bovenkant van het
werkobject raakt. Vergrendel de bovenfrees
door de klem tegen de klok in te draaien.
Duw de dieptestop naar beneden totdat deze
de trapbuffer (9) raakt.
Stel de dieptestop (6) in op de vereiste
freesdiepte en draai de vleugelschroef (7) vast.
Maak de klem los laat de bovenfrees langzaam
weer omhoogkomen.
Bovenfrees
Het grof afstellen van de freesdiepte dient
u te controleren door van tevoren een
proefstukje te frezen en daarna, indien nodig,
de instellingen aan te passen.
Fijn afstellen freesdiepte
Nadat u een proefstukje heeft gefreesd,
kunt u de machine fijner instellen door aan
de knop te draaien (1 markering op de
schaalverdeling is 0,1 mm. 1 volledige
draai is 2,0 mm). De maximale afstelling is
ongeveer 8 mm.
VOORBEELD: Schuif de bovenfrees weer
omhoog en meet de freesdiepte (ingestelde
waarde = 10,0 mm; werkelijke waarde = 9,8
mm).
Til de bovenfrees en de onderliggende
geleideplaat (11) zo op dat de bovenfrees
ongehinderd kan bewegen, zonder dat de
frees het werkobject raakt. Laat de bovenfrees
weer zakken, totdat de dieptestop de
trapbuffer (9) raakt.
Stel daarna de schaalverdeling (2) in op "0" .
Draai de vleugelschroef los.
Stel met behulp van de knop voor fijn afstellen
(1) de freesdiepte in door deze 0,2 mm/2
schaalmarkeringen met de klok mee te draaien
(= het verschil tussen de vereiste waarde en
de werkelijke waarde).
Draai de vleugelschroef weer vast.
Beweeg de bovenfrees weer omhoog en frees
nogmaals een proefstukje.
Na het instellen van de freesdiepte mag de
instelmarkering (26) op de dieptestop niet
meer veranderd worden, zodat de ingestelde
waarde altijd van de schaalverdeling afgelezen
kan worden.
5. GEBRUIK VAN DE TRAPBUFFER
a) Het verdelen van het freesproces in
meerdere trappen
Wij raden aan om diepe sneden in trappen
te frezen, waarbij u steeds een extra laagje
weghaalt. Door de trapbuffer te gebruiken, kan
het freesproces in meerdere trappen verdeeld
worden.
Stel de gewenste freesdiepte in met de
laagste trap van de trapbuffer. Daarna kunt u
de hogere trappen gebruiken voor de laatste
twee sneden.
63
NL