2.4.7
Olievernevelaar instellen
1. Regelschroef voorzichtig met schroeven-
draaier met de klok mee dichtschroeven.
Dan 1/2 tot 1 slag openschroeven
(afbeelding 3a).
2. Bij luchtafname is op het bovenste kijk-
glas een olieneerslag als druppelvorming
zichtbaar. Dosering: 1 druppel olie bij
300 – 600 l/min luchtverbruik. Indien
nodig bijstellen en regelmatig controle-
ren.
2.5 Gebruik
Compressor niet overbelasten: het max.
aantal schakelcycli en de verhouding be-
drijfstijd ten opzichte van stilstand niet
overschrijden!
2.5.1
Inzetstuk
Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
(pos. 10) inschakelen. Compressor start en
schakelt automatisch bij maximale druk uit.
2.6 Onderhoud
Interval / uiterlijk
-- / indien nodig
-- / altijd na gebruik
dagelijks / inbedrijfname Oliepeil controleren, evt. bijvullen
eenmalig na 10 h / --
-- / wekelijks
50 h / na 1/2 jaar
500 h / na 1 jaar
1.000 h / na 2 jaar
2.500 h / na 5 jaar
2.6.1
Vóór elk onderhoud
1. Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
(pos. 10) uitschakelen. Stroomtoevoer
onderbreken.
Werkzaamheden
Compressor reinigen
Filterinzet reinigen (FDM)
Condensaat uit drukvat laten weglopen
Condensaat uit FDM laten weglopen
Schroefverbindingen controleren
Aanzuigfilter controleren
V-snaarspanning controleren (indien aanw.)
Aanzuigfilter reinigen
Olie verversen (1e olieverversing minerale of synthe-
tische olie)
Olie verversen (bij minerale olie)
Aanzuigfilter vervangen
Terugslagventiel en inzetstuk vervangen
Schroefverbindingen controleren
Olie verversen (bij synthetische olie)
V-snaar vervangen (indien aanw.)
Veiligheidsventiel vervangen
2.5.2
Werkdruk instellen
1. Instelknop op de (filter-)drukregelaar
omhoog trekken (afbeelding 4a).
2. Rechtsom draaien = druk wordt ver-
hoogd. Linksom draaien = druk wordt
verlaagd.
3. Ingestelde werkdruk op de manometer
(pos. 13) aflezen.
4. Instelknop naar beneden drukken om te
arrêteren.
2.5.3
Na het gebruik
1. Compressor uitschakelen.
2. Stroomtoevoer onderbreken.
3. Steeknippel van de persluchtslang van
de
(veiligheids-)snelkoppeling
(afbeelding 3a) losmaken.
4. Compressor
reinigen
drukloos maken (Hfdst. 2.6.1), naar op-
slagplaats vervoeren (Hfdst. 2.4.1).
2. Compressor drukloos maken: met uit-
blaaspistool gehele druk uit de container
wegblazen.
Olie alleen aftappen wanneer het appa-
raat voldoende afgekoeld is.
NL
UNM
(Hfdst.
2.6.2),
zie hoofd.
2.6.2
2.6.3
2.6.5
2.6.4
2.6.6
2.6.8
2.6.9
2.6.10
2.6.9
2.6.7
2.6.7
2.6.9
2.6.11
2.6.8
2.6.7
2.6.10
2.6.12
II/23