Climber Reeks 7/Original instructions- Oorspronkelijke instructies- Original-Anleitungen- Instrucciones originales
HELLENDE TERREINEN
Steile terreinen moeten in de mate van het mogelijke in de richting omhoog/omlaag worden bereden.
Let zeer goed op wanneer u van rijrichting verandert, de wielen die naar boven gericht zijn mogen niet
tegen obstakels botsen (keien, takken, wortels, enz.) waardoor de machine kan kantelen of u de
controle over de machine kunt verliezen.
Beoordeel de verschillende situaties en let op wanneer het terrein vochtig is en het gras nat is, omdat
de machine kan wegschuiven. Start traag om naar beneden te rijden en vermijd om over droog of
afgereden gras te rijden omdat de wielen hun hechtingsvermogen verliezen; denk eraan dat de
machine stabieler os door de differentiaalblokkering in te schakelen en eventueel de noodrem
vooraan (fig.1 nr. 4).
INTERVENTIES VAN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Denk er altijd aan dat de motor stilvalt telkens:
–
De bestuurder van de stoel komt.
Bovendien start de motor niet als:
–
Het maaimes ingeschakeld is.
–
U niet op de stuurplaats neerzit.
–
Als de rijhendel niet in STOP-stand is.
–
Als de plaat niet in de hoogste transferstand is.
AANDACHT!
-
Koppel de bougies los vooraleer interventies voor schoonmaak, onderhoud of reparatie
uit te voeren. Draag geschikte kledij en werkhandschoenen.
-
Wanneer u de machine of een deel ervan optilt, moet u altijd geschikte werktuigen
gebruike,n, zoals steunen of veiligheidsstops.
-
Laat de machine niet in onderhoud zonder beveiligingen of opgetild, op plaatsen die
toegankelijk zijn voor onervaren personen, vooral dan kinderen.
- Afgewerkte olie, benzine, diesel of om het even welke vervuilende producten mogen niet in
het milieu worden verspreid!
- Een efficiënt onderhoud en een correcte smering dragen bij om de machine in perfect
efficiënte staat te houden.
MOTOR
Voor de smeerintervallen volgt u de voorschriften in de handleiding van de motor; het is in ieder geval
noodzakelijk de olie na de eerste 5 werkuren te vervangen, vervolgens iedere 50 uur of ieder
seizoen samen met de oliefilter (fig. 12, olieaflaatdop; gebruik een blokkeersleutel op het vaste
gedeelte). Vervang de oliefilter (fig. 13).
De eerste voorzorg is dat de motor correct wordt onderhouden samen met de luchtfilter, koelvinnen,
schoongemaakte kop en motorolie op peil.
Controleer de luchtfilter iedere 4 uur of vaker als de omgeving erg stoffig is.
Controleer het netvormige rooster voor aanzuiging van de koeling van de motor (fig. 4).
HYDROSTATISCHE AS
Controleer het expansiebakje wanneer de motor koud is, dit bakje moet leeg zijn (fig. 5).
Maak de koelvinnen van de hydraulische motor regelmatig schoon tijdens de zomer, als er veel stof
is, iedere 4 werkuren (fig. 5). Vervang de olie na de eerste 50 werkuren, gebruik vervolgens iedere
200 uur 1,85 liter motorolie 10W30. Ga als volgt te werk om te vervangen:
1) Verwijder de twee doppen fig. 14.
2) Verwijder de dop fig. 15 met behulp van een schroevendraaier.
3) Haal de twee doppen aan fig. 14 (aanhaalmoment 13-17 N.m).
4) Doe olie erin en monteer de dop fig. 15 opnieuw.
5) Controleer of het expansiebakje leeg is, het niveau is 12 mm onder het onderste vlak van het
expansievakje fig. 6.
ONDERHOUD EN SMERING
64