NL
2. Keuzeschakelaar voor stroomsterkte (I-3)
Gebruik
de
keuzeschakelaar
ingangsstroom van het apparaat te selecteren. Stand
0, 8 en 9 zijn gereserveerd voor de Power Sharing
Smart-functie.
STAND
0
STROOMSTERKTE (A)
R
3. Elektrische aansluiting
Gebruik altijd standaardkabels die de stroomsterkte kunnen geleiden die met de keuzeschakelaar
voor de stroomsterkte is ingesteld.
Als bij uw Wallbox de achteringang wordt gebruikt, volg dan de stappen in sectie 3-A. Ga anders naar sectie 3-B.
3-A. Achteraansluiting
Stap 3-A.1: Aan de achterkant van uw Wallbox bevindt zich een ruimte met een dunne wand; gebruik een
kniptang of ander scherp gereedschap om een inkeping te maken voor het doorvoeren van de kabel.
Stap 3-A.2: Steek de voedingskabel voorzichtig maar stevig door de printplaat heen. De plaat is zodanig
ontworpen dat er kabels van 11 tot 17 mm doorheen kunnen, de standaard voor kabels die tot 22 kW kunnen
geleiden.
Stap 3-A.3: Bevestig de lader aan de muur. Plaats de schroeven op de gemarkeerde posities, beginnend aan
de bovenkant en vervolgens met de klok mee (I-4. 1 ). Controleer of uw Wallbox Copper stevig aan de muur is
bevestigd.
Stap 3-A.4: Controleer of de vorige stappen juist zijn uitgevoerd.
3-B. Onderaansluiting
Stap 3-B.1: Bevestig de lader aan de muur. Plaats de schroeven op de gemarkeerde posities. Begin hierbij aan
de bovenkant en werk vervolgens met de klok mee (I-4. 1 ). Controleer of uw Wallbox Copper stevig aan de muur
is bevestigd.
Stap 3-B.2: Steek de voedingskabels door de kabelconnector (I-4.2, I-4.3).
Stap 3-B.3: Controleer of de vorige stappen juist zijn uitgevoerd.
Sluit de nul- en aardleidingen aan op de terminal volgens de voedingsconfiguratie (I-4.2, I-4.3).
Het maximale koppel voor de aansluitingen met schroeven is 0, 9 Nm.
58
om
de
maximale
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6
10
13
16
20
25
32
R
R
I-3: Keuzeschakelaar voor stroomsterkte