Let bij de bediening van het spuitpistool vooral op de onderstaande veiligheids-
instructies!
•
Draag de voorgeschreven ademhalingsbescherming en werkkleding, als u met het
spuitpistool materialen verspuit. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar voor
uw gezondheid.
•
Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het
spuitpistool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 85 dB (A) (PILOT Maxi)
resp. ca. 83 dB (A) (PILOT Maxi-MP en PILOT Maxi-HVLP).
•
Tijdens het werk is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden Bij het verspui-
ten van licht ontvlambare materialen (b.v. lakken, lijm) bestaat een verhoogd
gezondheids-, explosie- en brandrisico.
•
Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen
voor de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool - letselrisico.
•
Het spuitpistool moet na affloop van het werk altijd drukvrij worden gemaakt. De
onder druk staande leidingen kunnen springen en door het uitstromende materiaal
in de buurt staande personen verwonden.
6
Spuitbeeld wijzigen
U kunt bij de PILOT Maxi het spuitbeeld wijzigen door de volgende instellingen.
Brede resp. ronde straal instellen:
De regelschroef dient voor de regeling van de breedte van de spuit-
straal. De spuitstraal wordt een brede straal door te draaien naar
links (naar buiten schroeven), en een ronde straal door te draaien
naar rechts (naar binnen schroeven).
Materiaaldoorstroomvolume instellen:
Het materiaalvolume kan worden geregeld door de stelschroef naar
binnen of naar buiten te draaien. Door draaien naar links (naar
buiten schroeven) wordt het materiaalvolume vergroot, door draai-
en naar rechts (naar binnen schroeven) verkleind.
Verstuiverlucht regelen:
Het luchtvolume van de verstuiver kan worden geregeld door de
stelschroef naar binnen of naar buiten te draaien.
Materiaal-
Luchtaansluiting
ansluiting
Materiaaldruk regelen:
Hangdrukbekeruitvoering:
De materiaaldruk kan door middel van een schroevendraaier op de hoekopschroeving
worden ingesteld.
Materiaalaansluiting:
U kunt de materiaaldruk uitsluitend aan de pomp of aan het drukreservoir regelen. Let
hierbij op de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant.
80
6.1
Gebreken van een spuitbeeld verhelpen
Uit de volgende tabel kunt u afleiden met welke instellingen u het spuitprofiel kunt
beïinvloden.
Spuitbeeldproef
Afwijking
Spuitbeeld is in het mid-
den te dik
Spuitbeeld is aan de uit-
einden te dik
Spuitbeeld is tamelijk grof-
druppelig
Opgebrachte materiaal is
in het midden van het
spuitbeeld erg dun
Spuitbeeld is in het mid-
den gespleten
Spuitbeeld is erg convex
7
Opsporen en verhelpen van storingen
Waarschuwing
Maak vóór ieder ombouw de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuitpistool vrij van
druk -letselrisico.
Fout
Oorzaak
Materiaalnaald of -spuitkop ver-
vuild of beschadigd
Pistool druppelt
Stelschroef (pos. 18) te ver
naar achteren gedraaid
Te weinig materiaal in het
materiaalvat
Beker staat te schuin tijdens
Stootsgewijze
het spuitproces
of flutterende
spuitstraal
Materiaalspuitkop los of
beschadigd
het materiaal is te zwaar voor
zuigtoevoer
Pistool blaast in
Klepveer (pos. 11) of
ruststand
klepkegel (pos. 10) beschadigd
81
Gewenst resultat
Vereiste instelling
• Bredere spuitstraalvorm
instellen
• Rondere spuitstraalvorm
instellen
• Verstuiverluchtdruk verhogen
• Verstuiverluchtdruk verlagen
• Sproeierdiameter vergroten
• Verstuiverluchtdruk verlagen
• Materiaaldruk verhogen
• Materiaaldruk verlagen
• Verstuiverluchtdruk verhogen
Herstelaktie
• Onderdeel reinigen resp.
vervangen
• Stelschroef iets naar bin-
nenschroeven (naar rechts
draaien)
• Materiaal bijvullen
• rechter houden
• vastdraaien, evtl. luchtver-
delerring (pos. 5) vervangen
• met drukreservoir of pomp-
installatie transporteren
• vervangen