INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
enige werk aan het gereedschap uit te voeren.
Zijhandgreep (hulphandgreep) (Fig. 4)
LET OP:
• Gebruik altijd de zijhandgreep om veilig te kunnen wer-
ken.
Installeer de zijhandgreep zo, dat de uitsteeksels aan de
binnenkant van de handgreep in de groeven van de kop
van het gereedschap vallen. Draai vervolgens de duim-
schroef aan om de handgreep in de gewenste stand vast
te zetten. De handgreep is 360° draaibaar, dus te monte-
ren in elke stand die u het best uitkomt.
Boorvet
Voordat u de boor aanbrengt, smeert u een beetje boor-
vet (ong. 0,5 tot 1 gram) op de kop van de boorschacht.
Met een ingevette boorkop zal het gereedschap beter
werken en langer meegaan.
Aanbrengen en verwijderen van de boor
Reinig de boorschacht en smeer er boorvet op alvorens
de boor te plaatsen. (Fig. 5)
Steek de boor in het gereedschap. Draai de boor en duw
deze naar binnen tot zij vergrendelt. (Fig. 6)
Controleer na het aanbrengen altijd of de boor stevig in
het gereedschap is bevestigd door te proberen deze eruit
te trekken.
Om de boor te verwijderen, trekt u de boorkopmof hele-
maal omlaag en vervolgens de boor eruit. (Fig. 7)
Diepteaanslag (Fig. 8)
De diepteaanslag is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. Draai de duimschroef los en stel de diep-
teaanslag in op de gewenste diepte. Na het instellen
draait u de duimschroef weer stevig vast.
OPMERKING:
• De diepteaanslag kan niet worden gebruikt in een
stand waarbij de diepteaanslag in aanraking komt met
het overbrengingshuis/motorhuis.
BEDIENING
Gebruik altijd de zijhandgreep (hulphandgreep) en houd
het gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan zowel de
zijhandgreep als de hoofdhandgreep.
Gebruik als boorhamer (Fig. 9)
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
.
Plaats de punt van de boor op de gewenste plaats waar
het boorgat moet komen en knijp vervolgens de aan/uit-
schakelaar in. Forceer het gereedschap niet. Een lichte
druk geeft de beste resultaten. Houd het gereedschap
stevig vast en zorg dat het niet uitglijdt.
Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat ver-
stopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes. Laat in zo'n
geval het gereedschap langzaam lopen en verwijder de
boor gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer dit verschil-
lende keren wordt herhaald, zal het boorgat schoon wor-
den en kunt u normaal verder boren.
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
.
22
LET OP:
• Op het moment dat het boorgat doorbreekt, het boor-
gat verstopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes, of
de boorhamer de bewapening in het beton raakt, wordt
een enorme en plotselinge kracht uitgeoefend op het
gereedschap/de boor. Gebruik altijd de zijhandgreep
(hulphandgreep) en houd het gereedschap tijdens
gebruik stevig vast aan zowel de zijhandgreep als de
hoofdhandgreep. Als u dit niet doet, kunt u de controle
over het gereedschap verliezen en mogelijk ernstig let-
sel veroorzaken.
OPMERKING:
• Terwijl het gereedschap onbelast wordt gebruikt, kan
de boor excentrisch draaien. Het gereedschap cen-
treert zichzelf automatisch tijdens het gebruik. Dit heeft
geen nadelige invloed op de nauwkeurigheid van het
boren.
Boren in hout of metaal (Fig. 10)
Gebruik de los verkrijgbare complete boorkop. Om deze
aan te brengen, zie "Aanbrengen en verwijderen van de
boor" op de vorige paragraaf.
LET OP:
• Gebruik nooit de functie voor "ronddraaien met hame-
ren" wanneer de boorkop op het gereedschap is
bevestigd. Anders kan de boorkop beschadigd worden.
Bovendien kan de boorkop losraken wanneer u het
gereedschap achteruit haalt.
• Het boren zal niet sneller verlopen als u hard op het
gereedschap drukt. In feite zal dergelijk hard drukken
alleen maar leiden tot beschadiging van de boor, verla-
ging van de prestaties van het gereedschap, en verkor-
ting van de levensduur van het gereedschap.
• Op het moment dat het boorgat doorbreekt wordt een
enorme draaikracht uitgeoefend op het gereedschap/
de boor. Houd het gereedschap stevig vast en let goed
op wanneer de boor door het werkstuk breekt.
• Een vastgelopen boor kan eenvoudigweg worden ver-
wijderd door de omkeerschakelaar in de stand voor
achteruitdraaien te zetten en de boor achteruit uit het
gat te laten draaien. Het gereedschap kan echter plot-
seling achteruit komen als u het niet stevig vasthoudt.
• Zet kleine werkstukken altijd vast in een bankschroef of
soortgelijk bevestigingsmiddel.
Diamantkroonboren
Wanneer u werkzaamheden met diamantkroonboren uit-
voert, moet u de werkingsfunctie-keuzeknop altijd naar
het symbool m draaien voor "alleen ronddraaien".
LET OP:
• Als u werkzaamheden met diamantkroonboren uitvoert
in de stand "ronddraaien met hameren" kan de dia-
mantkroonboor beschadigd raken.