4
Voorbereiding
4.1. Te nemen maatregelen
om energie te besparen
A
Het product verbinden met elektronische
energiebesparende systemen is schadelijk
want het kan uw product beschadigen.
Laat de deuren van het product niet lang open
staan.
Plaats geen warme etenswaren of dranken in
de koelkast.
U mag het product niet te veel opvullen. Als de
inlaatluchtcirculatie verminderd wordt, zal ook
het koelvermogen dalen.
Plaats uw etenswaren in het product in
gesloten containers.
U kunt een maximale hoeveelheid etenswaren
bewaren in het vriesvak van het product
wanneer u de lade uit de diepvriezer verwijdert.
De energieverbruikswaarde vermeld voor het
product werd bepaald door de vrieslade te
verwijderen en bij maximum laadvermogen. U
kunt een lade gebruiken naargelang de vormen
en grootte van de in te vriezen etenswaren.
De ingevroren etenswaren in het koelvak
ontdooien biedt niet alleen energiebesparing
op, het bewaart ook de kwaliteit van de
etenswaren.
Dit apparaat is ontworpen te werken bij
omgevingstemperaturen tot 43°C. Het is
uitgerust met een Geavanceerd elektronische
temperatuur regelingssysteem waarmee u de
ingevroren etenswaren in de diepvriezer kunt
laten ontdooien, zelfs bij temperaturen van
minder dan -15°C. Tijdens de eerste installatie
mag het product NIET worden ingesteld met
een lage temperatuur.
De mandjes/laden in het koelvak
moeten steeds in gebruik zijn voor een
laag energieverbruik en voor betere
opbergvoorwaarden.
Als de etenswaren in contact staan met de
temperatuursensor in het vriesvak kan het
energieverbruik van het apparaat verhogen. Elk
contact met de sensor(en) moet dus worden
vermeden.
De etenswaren mogen niet in contact komen
met de temperatuursensor in het koelvak zoals
aangegeven in de onderstaande afbeelding.
4.2. Eerste gebruik
Voor u de koelkast in gebruik neemt,
moet u ervoor zorgen dat u de nodige
voorbereidingen treft in overeenstemming met
de instructies vermeld in de "Veiligheids- en
omgevingsinstructies" en "Installatie" secties.
Schakel het product in zonder etenswaren en
laat het werken gedurende 6 uur. Open de
deur niet tenzij absoluut noodzakelijk.
C
U hoort een geluidssignaal wanneer de
compressor start. De vloeistoffen en
gassen in het koelsysteem kunnen geluid
weergeven, zelfs als de compressor niet
werkt en dat geluid is normaal.
C
De voorste randen van het product kunnen
opwarmen. Dit is normaal. Deze zones
zijn ontworpen om op te warmen en
condensatie te vermijden.
12 /20 NL
Koelkast / Geburuikshandleiting