SMA Solar Technology AG
6. Plaats de kabelhouders en de bijbehorende zwarte
leidingen in de CON-module.
7. Steek alle leidingen in de connectoren van de CON-module. Hierbij zijn geen verdere
hulpmiddelen nodig.
8. Controleer of de leidingen stevig vastzitten door het uitvoeren van een trekproef op elke
leiding.
9. Sluit alle stekkers aan op de CON-module.
10. Plaats de displaymodule weer terug. Zorg ervoor dat de 4 voeten van de displaymodule in de
openingen klikken.
11. Steek de bandkabel in de bus op de displaymodule. De vergrendelhaken moeten daarbij
sluiten.
12. Monteer de optionele extra modules weer.
13. Indien er een beschermkap aanwezig is, monteer deze dan voor het multifunctionele relais.
14. Steek de draden voor L1, L2, L3, N en de aardleiding in de AC-aansluitklemmen en sluit de
klemmen.
15. Stel de omvormer weer in bedrijf (zie hoofdstuk 8, pagina 149). Het is mogelijk dat een
automatische update van de AST-module wordt uitgevoerd wanneer de omvormer weer in
gebruik wordt genomen.
8
Omvormer weer in bedrijf stellen
Als u de omvormer spanningsvrij hebt geschakeld en weer in bedrijf wilt nemen, voer dan de
hieronder beschreven handelingen in de aangegeven volgorde uit.
Voorwaarden:
☐ De leidingbeveiligingsschakelaar moet correct geconfigureerd zijn.
☐ De omvormer moet correct gemonteerd zijn.
Werkwijze:
1. Verzeker u ervan, dat de aardleiding in de omvormer correct is aangesloten en de aardleiding
correct werkt.
2. Vereiste controles voor de correcte heringebruikname na modulevervanging conform alle ter
plekke geldende wetten, normen en richtlijnen uitvoeren. Daarbij voorwaarden voor de
componentvervanging in acht nemen (zie hoofdstuk 2.2 "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen",
pagina 139).
3. Bevestig de behuizingsdeksel:
Vervangingshandleiding
8 Omvormer weer in bedrijf stellen
STPTL-20-CON-RM-xx-10
149