uit-schakelaar stuk gaan. Het gebruik van
gereedschap met een schakelaar die niet goed werkt,
kan leiden tot controleverlies en ernstige
verwondingen.
In de trekschakelaar is een gat aangebracht waar een
hangslot door past om het gereedschap af te sluiten.
WAARSCHUWING:
• Gebruik geen slot met een beugel of kabel met een
diameter kleiner dan 6,35 mm. Met een kleinere
beugel of kabel wordt het gereedschap mogelijk niet
goed in de uit-stand vergrendeld, waardoor het
ongewild in werking kan treden met mogelijk ernstige
verwondingen tot gevolg.
• Gebruik het gereedschap NOOIT met een
trekschakelaar die niet goed werkt. Ieder
gereedschap met een defecte aan/uit-schakelaar is
UITERST GEVAARLIJK en moet worden gerepareerd
voordat het gereedschap wordt gebruikt om ernstige
verwondingen te voorkomen.
• Omwille van uw veiligheid is dit gereedschap uitgerust
met een uit-vergrendelknop die voorkomt dat het
gereedschap onbedoeld wordt ingeschakeld. Gebruik
het gereedschap NOOIT wanneer het kan worden
ingeschakeld door alleen de aan/uit-schakelaar in te
knijpen zonder de uit-vergrendelknop in te drukken.
Gereedschap met een defecte schakelaar kan
ongewild in werking treden met mogelijk ernstige
verwondingen tot gevolg. Stuur het gereedschap voor
deugdelijke reparatie terug naar een Makita-
servicecentrum ALVORENS het verder te gebruiken.
• Schakel de uit-vergrendelknop NOOIT uit met behulp
van kleefband of dergelijke. Gereedschap met een
uitgeschakelde uit-vergrendelknop kan ongewild in
werking treden met mogelijk ernstige verwondingen tot
gevolg.
Elektronische aansturing
Zachte-startfunctie
Deze functie laat het gereedschap vlot starten door het
startkoppel te beperken.
Laserstraalfunctie
Alleen voor model LS1018L
OPMERKING:
• Plaats eerst de twee AA-batterijen in de houder. Zie
"De batterijen van de laser vervangen" voor het
plaatsen van batterijen.
LET OP:
• Wanneer het gereedschap niet in gebruik is, moet u de
laser uitschakelen. (zie afb. 19)
LET OP:
• Kijk nooit rechtstreeks in de laserstraal. De
rechtstreekse laserstraal kan uw ogen beschadigen.
• LASERSTRAAL: KIJK NIET RECHTSTREEKS IN DE
LASERSTRAAL; LASERPRODUCT VAN KLASSE 2M.
• Zorg ervoor dat de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact is getrokken voordat u de laserlijn
verschuift, een afstelling maakt of
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Om de laserstraal in te schakelen, drukt u op het
bovenste deel (I) van de schakelaar. Om de laserstraal uit
te schakelen, drukt u op het onderste deel (0) van de
schakelaar.
De laserlijn kan worden verschoven naar de linker- of
rechterkant van het zaagblad door de schroef los te
draaien waarmee de lasereenheid is bevestigd en deze in
de gewenste richting te verschuiven. Draai na het
verschuiven de schroef weer stevig vast. (zie afb. 20)
De laserlijn is in de fabriek zodanig afgesteld dat deze op
minder dan 1 mm van het zijoppervlak van het zaagblad
(zaagpositie) loopt.
OPMERKING:
• Wanneer de laserlijn vaag en moeilijk zichtbaar is in
door direct zonlicht, ga dan op een andere plaats
werken waar er minder zonlicht schijnt.
De batterijen van de laser vervangen (zie
afb. 21 en 22)
Verwijder het deksel van de batterijhouder van de laser
door erop te drukken en deze tegelijkertijd te verschuiven.
Haal de oude batterijen eruit en plaats de nieuwe zoals
aangegeven in de afbeelding. Plaats na het vervangen
het deksel weer terug.
De lens van de laser schoonmaken
Als de lens van de laser vuil is geworden of zaagsel eraan
kleeft zodat de laserlijn niet meer duidelijk zichtbaar is,
trekt u de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact, verwijdert u de lens van de laser en maakt u
deze voorzichtig schoon met een zachte, vochtige doek.
Gebruik geen oplosmiddelen of op petroleum gebaseerde
schoonmaakmiddelen op de lens.
OPMERKING:
• Als de laserlijn zwak is en bijna of geheel onzichtbaar
is vanwege direct zonlicht dat buitenshuis of door een
raam binnenshuis op de werkplek valt, verplaatst u de
werkplek naar een plaats die niet is blootgesteld aan
direct zonlicht.
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
WAARSCHUWING:
• Controleer altijd of het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken alvorens enige werk aan het
gereedschap uit te voeren. Indien het gereedschap
niet wordt uitgeschakeld en de stekker niet wordt
uitgetrokken, kan dit ernstige verwondingen tot gevolg
hebben.
De dopsleutel met aan het andere
uiteinde een inbussleutel bewaren (zie
afb. 23)
De dopsleutel wordt bewaard op de plaats aangegeven in
de afbeelding. De dopsleutel kan dan uit de sleutelhouder
worden getrokken wanneer men die nodig heeft.
Steek de dopsleutel na gebruik weer in de sleutelhouder.
71