• Kijk niet rechtstreeks in de lichtbron. De lichtbron kan bij gevoelige mensen leiden tot een aanval van epilepsie.
• Schade door wijzigingen die de gebruiker heeft aangebracht aan het toestel vallen niet onder de garantie.
• Houd dit toestel uit de buurt van kinderen en onbevoegden.
3. Algemene richtlijnen
• Dit toestel is ontworpen voor professioneel gebruik op podia, in disco's, enz. U mag dit toestel enkel binnenshuis
gebruiken door de meegeleverde adapter aan te sluiten op een wisselspanning van maximum 230VAC / 50-60Hz.
• Lichteffecten zijn niet ontworpen voor continue werking: regelmatige onderbrekingen doen ze langer meegaan.
• Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit toestel.
• Installeer het toestel weg van extreme temperaturen (zie "Technische specificaties"), vochtigheid en stof. Zorg
voor een minimumafstand van 1m tussen de lichtuitgang van het toestel en het belichte oppervlak.
• Maak het toestel vast met een geschikte veiligheidskabel (bvb. VDLSC7 of VDLSC8).
• Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen mogen dit
toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.
• Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
• Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
• Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Andere toepassingen kunnen leiden tot kortsluitingen,
brandwonden, elektrische schokken, enz. Bij onoordeelkundig gebruik vervalt de garantie.
4. Installatie
a) Lampen
• Plaats of vervang een lamp enkel wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
• Laat een lamp gedurende minstens 10 minuten afkoelen voor u ze vervangt: de bedrijfstemperatuur van een lamp
ligt rond de 700°C.
• Raak een halogeenlamp niet aan met uw blote handen. Gebruik een doek om een halogeenlamp te vervangen.
• Plaats geen lampen met een te hoog wattage. Deze worden warmer dan die waarop dit toestel is voorzien.
• Vervang een vervormde of beschadigde lamp door een lamp van hetzelfde type (zie "Technische
specificaties"). Ga als volgt te werk:
1. Trek aan het veertje en open de behuizing.
2. Wanneer u de lamp wenst te vervangen, ontkoppel de fitting en verwijder de oude lamp.
3. Plaats de lamp in de behuizing.
4. Maak de fitting vast en sluit de behuizing.
Opmerking: Stel het toestel niet in werking wanneer het deksel eraf is.
b) Toestel monteren
• Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke normen.
• De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit toestel
kunnen dragen zonder te vervormen.
• Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel (bvb. VDLSC7 of VDLSC8).
• Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel controleren
door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig nakijken.
• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan aanraken.
• Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting van de
draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het gebruikte
materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft.
Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
VDLP16B / VDLP16C
6
VELLEMAN