U kunt de gewenste werkpositie bereiken
door de vleugelmoer los te draaien, de
ondersteunende handgreep in de gewenste
hoek zetten en de vleugelmoer opnieuw aan
te draaien.
Gebruik
Steek de stekker (6) in een verlengkabel.
Maak een lus met de verlengkabel en steek
deze door de opening in de handgreep
(4). Bevestig de lus aan de haak (5) op
de binnenkant van de handgreep, om te
voorkomen dat de stekker eruit wordt
getrokken.
Steek de stekker met verlengkabel in een
stopcontact.
86
Plaats de minicultivator op de plek waar
deze gebruikt gaat worden. Houd de
minicultivator vast bij de handgreep (4) en
ondersteunende handgreep (1) en gebruik
beide handen. Druk op de veiligheidsknop
(3) en druk daarna op de aan-uitknop (2).
De bladen (13) beginnen onmiddellijk te
roteren. Druk de aan-uitknop in en laat de
veiligheidsknop los.
De bladen trekken de minicultivator vooruit.
Door de minicultivator naar achteren
te houden of terug te trekken, gaan de
bladen in de grond. Zorg ervoor dat de
minicultivator niet verdergaat dan de
maximale werkdiepte.
De bladen moeten altijd op volle snelheid
werken. Als de snelheid van de bladen plots
afneemt, komt dat omdat de minicultivator
overbelast wordt.
Als de bladen worden geblokkeerd door
een vreemd object of de minicultivator
wordt overbelast, dan schakelt een
ingebouwde overbelastingsbeveiliging de
motor automatisch uit. Als de minicultivator
ongeveer 15 minuten is afgekoeld, kan deze
opnieuw worden ingeschakeld.
Wanneer u de aan-uitknop loslaat, duurt
het ongeveer 2 seconden tot de bladen tot
volledige stilstand komen.