C
Gebruik van het toestel
Gebruik van het product
Ovenbediening
Bedieningsknop ovenfunctie Draai de knop naar het overeenstemmende symbool van
Thermostaatknop oven
Ovenfuncties
* De ovenfuncties kunnen afhankelijk van het model van uw product verschillen.
Ovenverlichting
suivant le modèle de votre produit.
Ontdooifunctie
Turbofunctie
46
NL
de gewenste kookfunctie.
Zi e 'Ovenf unct ies' voo r mee r i nfomati e ove r d e
verschillende functies.
Draai na het kiezen van een kookfunctie aan deze knop
om de gewenste temperatuur in te stellen. Het lampje
van de oventhermostaat zal branden als de thermostaat
in werking is om de oven op te warmen of de temperatuur
te behouden.
Alleen de ovenverlichting gaat aan. Het blijft aan zolang de
bereidingsfunctie duurt.
De waarschuwingslampjes van de oven gaat branden en
de ventilator treedt in werking. Om de ontdooifunctie te
gebruiken, plaatst u uw bevroren voedsel in de oven op
een bakplaat die/rooster dat zich op stand 3 bevindt (van
onder te tellen). U wordt aangeraden een vetvanger onder
het ontdooiende voedsel te plaatsen om het water van het
smeltende ijs op te vangen. Deze functie kookt of bakt uw
voedsel niet. Het helpt alleen bij het ontdooien ervan.
Het thermostaatlampje en de waarschuwingslampjes
van de oven gaan branden en de ronde weerstand en de
ventilator treden in werking. De turbofunctie verspreidt de
hitte gelijkmatig door de oven. Alle schotels op alle rekken
worden gelijkmatig bereid. Het wordt aanbevolen de oven
ongeveer 10 minuten voor te verwarmen.