11 Regelaars lage en hoge tonen voor de ingangen
CH 4 en CH 5
12 Gongtoets; de gong heeft tweede prioriteit (voor
het omschakelen tussen het 2- en 4-gongsignaal
zie hoofdstuk 5)
13 Volumeregelaar voor de gong
14 Toets TEL; als de toets is ingedrukt, kunt u b.v.
telefoon- of nachtbel via alle luidsprekers horen
[aansluiting via de klemmen NIGHT RINGER
(29)]; de bel heeft de laagste prioriteit
15 Volumeregelaar voor een telefoonsignaal dat via
de klemmen PAGING IN (32) binnenkomt; dit
signaal heeft derde prioriteit
16 Volumeregelaar voor de telefoon- of nachtbel
(zie ook pos. 14 en 29)
17 Toets voor een sterker en zwakker wordend sire-
nesignaal; de sirene heeft vierde prioriteit
18 Volumeregelaar voor de sirene
19 Toets voor een gelijkmatige sirenesignaal
20 Oververhittings-LED TEMP;
licht op, als de koelplaattemperatuur de waarde
van 100 °C bereikt. Alle luidsprekeruitgangen
worden dan gedempt. Bovendien licht de rode
LED PROT (22).
21 Regelaar MASTER voor het totale geluidsvolume
22 LED PROT; licht op bij geactiveerd beveiligings -
circuit:
1.
gedurende ca. 1 seconde na het inschake-
len (inschakelvertraging)
2.
gedurende ca. 1 seconde na het uitschakelen
3.
bij overbelasting van de versterker
4.
bij oververhitting van de versterker
23 POWER-LEDʼs:
DC licht op, als de versterker bij stroomuitval
met een noodvoedingsspanning van 24 V
werkt
AC licht op, als de versterker op netspanning
werkt
12 Botón chime; el chime tiene 2ª prioridad (para
cambiar entre chime de 2 tonos y 4 tonos vea el
apartado 5)
13 Control de volumen para el chime
14 Botón TEL; si presiona el botón, puede oír por
ejemplo un timbre de teléfono o un timbre noc-
turno mediante todos los altavoces [conexión
mediante los terminales NIGHT RINGER (29)];
el timbre tiene la prioridad más baja
15 Control de volumen para una señal de teléfono
alimentada mediante los terminales PAGING IN
(32); esta señal tiene la 3ª prioridad
16 Control de volumen para timbre de teléfono o
timbre nocturno (ver objetos 14 y 29)
17 Botón para tono de sirena ascendente y descen-
dente; la sirena tiene la 4ª prioridad
18 Control de volumen para la sirena
19 Botón para tono de sirena continua
20 LED TEMP de sobrecalentamiento:
Se enciende cuando la temperatura del disipador
de calor alcanza los 100 ºC. En este caso todas
las salidas de altavoces se silenciarán. Además
se enciende el LED PROT (22) de color rojo.
21 Control MASTER para el volumen general
22 LED PROT; se enciende cuando se activa el cir-
cuito protector:
1.
Aproximadamente 1 seg. después del en -
cendido (retraso de encendido)
2.
Aproximadamente 1 seg. después del apa-
gado
3.
Si se sobrecarga el amplificador
4.
Si se sobrecalienta el amplificador
23 LEDs POWER:
DC se enciende cuando el amplificador utiliza
un voltaje de emergencia de 24 V en caso
de fallo en la alimentación
AC se enciende cuando el alimentador utiliza el
voltaje general
24 POWER-schakelaar
25 LED STAND BY;
licht op bij uitgeschakelde versterker
1.2 Versterker achterzijde
26 Luidsprekeraansluitingen voor luidsprekers van
100 V
Opgelet! Elke van de vijf zone-uitgangen kan
een belastbaarheid van maximaal 100 W
hebben. De belasting van alle zones samen
mag echter in geen geval volgende waarde
overschrijden:
PA-1120 120 W
RMS
PA-1240 240 W
RMS
27 Jack voor aansluiting van het meegeleverde
netsnoer op 230 V~/50 Hz
28 Luidsprekeruitgang van 4 Ω voor een luidspre-
kergroep met een totale impedantie van ten min-
ste 4 Ω
Opgelet! Gebruik deze uitgang alleen, wanneer
de uitgangen van 100 V (26) niet worden gebruikt.
Anders kan de versterker overbelast worden.
29 Ingang voor de belspanning (b.v. 8 V/50 Hz) van
een telefoon- of nachtbel; de belspanning
activeert een oproepsignaal dat via de geluidsin-
stallatie te horen is (zie ook positie 14 en 16)
30 Schroefaansluitingen voor een noodvoeding
(24 V )
31 Schroefaansluitingen voor een externe schake-
laar om afstandsbediend in en uit te schakelen
[de POWER-schakelaar (24) mag dan niet zijn
ingedrukt]
32 Ingang (gebalanceerd, 250 mV) voor een tele -
foonsignaal dat via de geluidsinstallatie te horen
moet zijn (zie ook positie 15)
33 Aansluiting voor een afzonderlijke schakelaar;
via deze schakelaar kunt u in geval van geïn -
stalleerde module voor digitale boodschappen
PA-1120DM
een
opgeslagen
24 Botón POWER
25 LED STAND BY;
Se enciende cuando el amplificador está des-
conectado
1.2 Panel trasero
26 Terminales de amplificador para altavoces de
100 V
¡Atención! Cada uno de las 5 salidas de zona
permite una carga máxima de 100 W
los altavoces; de todos modos, la carga total de
todas las zonas no puede superar nunca los
siguientes valores:
PA-1120 120 W
RMS
PA-1240 240 W
RMS
27 Toma del cable de alimentación entregado para
una conexión de 230 V~/50 Hz
28 Salida de altavoz de 4 Ω para un grupo de alta-
voces con una impedancia total mínima de 4 Ω
¡Atención! Utilice sólo esta salida si no se uti-
lizan las salidas de 100 V (26), si no, sufre el
riesgo de sobrecarga del amplificador.
29 Entrada para el voltaje de timbre (p. ej. 8 V/50 Hz)
de un timbre de teléfono o un timbre nocturno; el
voltaje de timbre activa una señal de audio que
puede oírse a través de los altavoces (vea tam-
bién los objetos 14 y 16)
30 Terminales de borne para alimentación de emer-
gencia (24 V )
31 Terminales de borne para un conmutador ex -
terno para la activación/desactivación por con-
trol remoto [en este caso, no hay que pulsar el
botón POWER (24)]
32 Entrada (sim. 250 mV) para una señal de telé-
fono que debe escucharse por megafonía (ver
también el objeto 15)
33 Conexión para un botón separado
Esta conexión permite seleccionar un anuncio de
opvragen. Tegelijk worden alle PA-zones inge-
schakeld en op maximaal geluidsvolume inge-
steld [zoals met de toets ALL CALL (6)]
34 Afdekplaat, wordt bij het monteren van de
module PA-1120DM, PA-1130RCD, PA-1200C of
PA-1200R door een aansluitplaat vervangen
35 Ingang AMP IN in combinatie met de uitgang
PRE OUT (36) voor het tussenschakelen van
b.v. een equalizer. Bij het aansluiting op deze
RMS
jack wordt alleen het signaal weergegeven dat
hier wordt ingestuurd. De eindversterker is
gescheiden van de voorversterker.
36 Uitgang PRE OUT voor het aansluiten van een
bijkomende versterker (hoofdstuk 6.7) of in com-
binatie met de ingang AMP IN (35) voor het tus-
senschakelen van b.v. een equalizer;
het uitgangsvolume is onafhankelijk van de rege-
laar MASTER (21)
37 Uitgang REC voor aansluiting van een opname-
apparaat; het uitgangsvolume is onafhankelijk
van de regelaar MASTER (21)
38 Ingangen CH 4 en CH 5 voor apparaten met lijn-
niveau (b.v. cd-speler, cassetterecorder etc.); de
beide signalen van de stereokanalen L en R wor-
den intern tot een monosignaal gemengd
39 Gebalanceerde ingangen CH 1 tot CH 3 via XLR/
stekkerbus (combo);
de ingangsgevoeligheid kan met de regelaars
GAIN (41) tussen microfoon- en lijnniveau wor-
den ingesteld (2,5 – 250 mV)
40 Schakelaar PHANTOM POWER voor het in -
schakelen van de voedingsspanning van 12 V
voor microfoons met fantoomvoeding; telkens
voor de ingangen CH 1 tot CH 3
Opgelet! Als de voedingsspanning van 12 V
wordt ingeschakeld, mag op de betreffende
ingangsjack (39) geen microfoon met ongeba-
lanceerde uitgang zijn aangesloten; deze kan
aankondiging
immers worden beschadigd.
alarma memorizado si se ha instalado la unidad
insertable de mensaje digital PA-1120DM. Al
mismo tiempo se activan todas las zonas y se
ajustan al volumen máximo [como el botón ALL
CALL (6)]
34 Tapa; se reemplaza por una tapa de conexión si
se instala la unidad PA-1120DM, PA-1130RCD,
PA-1200C o PA-1200R
35 Entrada AMP IN; junto con la salida PRE OUT
(36) para insertar, por ejemplo, un ecualizador.
Si se conecta, se reproducirá solamente la señal
con
RMS
alimentada por aquí. Se desconectará el amplifi-
cador del pre amplificador.
36 Salida PRE OUT; para conectar un amplificador
adicional (apartado 6.7) o junto con la entrada
AMP IN (35) para poder insertar, por ejemplo, un
ecualizador; el volumen de salida es indepen-
diente del control MASTER (21)
37 Salida REC para conectar un grabador, el volu-
men de salida es independiente del control
MASTER (21)
38 Entradas CH 4 y CH 5 para aparatos con nivel de
línea (p. ej. un lector CD, grabador de casetes,
etc.); los dos canales estéreos L y R se convier-
ten internamente en señal mono
39 Entradas simétricas CH 1 a CH 3 de jacks XLR/
6,3 mm combinados; la sensibilidad de entrada
puede ajustarse entre nivel de micro y nivel de
línea (2,5 – 2500 mV) con los controles GAIN (41)
40 Botón PHANTOM POWER para conectar la ali-
mentación de 12 V para micros alimentados por
phantom; respectivamente para las entradas
CH 1 a CH 3
Atención! No conecte nunca un micrófono con
salida asimétrica al correspondiente jack de en -
trada (39) si la alimentación de 12 V está conec-
tada, puede dañar el micro.
41 Control de ajuste para la sensibilidad de entrada,
respectivamente para las entradas CH 1 a CH 3
(ver objeto 39)
NL
B
E
25