B
Gebruik van het toestel
Voorstelling van het bedieningspaneel
1
1
Wasmiddellade
2
Programmakiezer
3
Elektronische weergave
Wasmiddellade
1
1
Compartiment voor wasmiddel in poedervorm
2
2
Compartiment voor wasverzachter (automatische dosering)
3
3
Compartiment voor vloeibaar wasmiddel (automatische dosering)
90
2
3
NL
B
Compartiment voor wasmiddel in poedervorm:
Indien u wasmiddel in poedervorm wenst te gebruiken, gelieve dan de automatische
doseerfunctie uit te schakelen en het compartiment voor wasmiddel in poedervorm te
gebruiken.
Wasverzachter, stijfsel, wasmiddeldispenser:
1
1
2
3
2
Enkel substanties zoals wasverzachter mogen in deze dispenser worden gebruikt (respecteer
de hoeveelheid en het type die aanbevolen zijn door de fabrikant). Soms kan er wasverzachter
in de dispenser achterblijven. Dit is te wijten aan het feit dat de wasverzachter geen vloeibare
3
substantie is. Het is aanbevolen om vloeibare en weinig viscose wasverzachters te gebruiken
of de wasverzachter te verdunnen alvorens deze te gebruiken.
Indien u het wasverzachtercompartiment niet wenst te gebruiken, moet u de wasverzachter
uitvinken.
• Wanneer u de eerste keer op de doseertoets voor de wasverzachter drukt, verschijnt
op het LED-scherm dat aangeeft dat de wasverzachterfunctie is geactiveerd.
Gebruik van het toestel
91
NL