10 Handmatige tijdinstelling en andere door de
gebruiker gedefinieerde instellingen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
11 Alarm instellingen
1.
2.
3.
86 / 100
Druk ongeveer 8 seconden op de SNOOZE/LIGHT toets
om de automatische tijdinstelling uit te schakelen. Het
ontvangstsymbool van het radiogestuurde horloge ver-
dwijnt van het display.
In de normale weergavemodus drukt u ongeveer 2 se-
conden op de TIME-knop om naar de tijdinstelmodus te
activeren.
De in te stellen cijfers knipperen.
Druk op de knop UP of DOWN om de waarde te wijzi-
gen.
Druk op de TIME-knop om de instelling te bevestigen
en naar de volgende instelling over te schakelen.
Opeenvolging van de instellingen: Jaar > Weergave
dag/maand wijzigen > Maand > Dag > Zomertijd (DST)
AUTO/OFF (uit) > Uren > Minuten > Seconden > Taal >
Tijdzone (-23 tot +23 uur)
Druk tenslotte op de TIME-knop om de instellingen op
te slaan en de instelmodus te verlaten.
INSTRUCTIE! Om de automatische tijdinstelling te her-
stellen, drukt u 8 seconden lang opnieuw op de
SNOOZE/LIGHT toets. Het ontvangstsymbool van het
radiogestuurde horloge verschijnt weer op het display.
In de normale weergavemodus, druk meerdere malen
op de TIJD knop om de alarmtijd AL1 of AL2 weer te ge-
ven.
Druk gedurende ca. 3 seconden op de ALARM-knop om
de instelmodus voor de alarmtijd te openen.
De in te stellen cijfers knipperen.