Batterij en oplader
Veiligheidsvoor-schriften
voor batterijen en lader
Deze handleiding bevat belangrijke veilig-
heids- en bedieningsinstructies voor onder-
deelnummer 343291 van de batterij en bat-
terijladers 343500 en 343501
WAARSCHUWING
Lees voordat u de acculader gebruikt
alle instructies en waarschuwingsmark-
eringen op de acculader (53), de accu
(39) en producten die de accu
gebruiken
Verbrand de batterij niet, ook al is
deze ernstig beschadigd of volledig leeg
Batterij kan exploderen in brand
Als het netsnoer is beschadigd, moet
het worden vervangen door de fabri-
kant, zijn serviceagent of soortgelijk
gekwalificeerde personen om gevaar te
voorkomen
VOORZICHTIGHEID
• Stel de oplader niet bloot aan regen,
sneeuw of vorst
• Leg het snoer niet in een gebied waar
men op kan trappen, erover kan stru-
ikelen of anderszins wordt bloot-
gesteld aan schade of spanning
• Gebruik de oplader niet met een bes-
chadigd snoer of stekker Vervang
onmiddellijk
• Gebruik de oplader niet als deze een
harde klap heeft gekregen, is gevallen
of op een andere manier is
beschadigd
• Demonteer de oplader niet
• Oplader is ontworpen om te werken
op standaard elektrisch huishoudelijk
vermogen Probeer het niet op een
andere spanning te gebruiken
• Opeenvolgend opladen kan overver-
hitting veroorzaken Als u de batterij
na elkaar moet opladen, wacht dan
ongeveer 15 minuten om de lader te
laten afkoelen
• Steek geen vreemd materiaal in de
gleuf voor de batterij in de
opladerstandaard
• Demonteer de batterij niet
• Bewaar pistool en batterijsamenstel
op plaatsen waar de temperatuur kan
oplopen prestaties 104 ° F (40 ° C)
• Zorg dat de batterij niet wordt
kortgesloten
• Plaats de lader niet in een gebied met
extreme hitte of kou Het werkt het
beste bij normale kamertemperatuur
12
Werking van de
batterijlader
Laad de batterij alleen op met de bijge-
leverde oplader of optionele mobiele lader
343289 Zorg dat de spanning van het
stroomcircuit overeenkomt met die op het
specificatiesplaatje van de lader Zorg ervoor
dat de batterij op de juiste manier op de con-
tacten van de oplader is aangesloten
De batterij raakt tijdens het opladen licht-
jes warm Dit is normaal en duidt niet op een
probleem
De batterij in de lader laten
zitten
De batterij kan in de lader blijven zitten en de
groene led blijft oneindig lang branden
De oplader heeft een automatische
afstelmodus die gelijk is aan of een balans
biedt tussen afzonderlijke cellen in de batterij
zodat deze op piekvermogen kan werken
Batterijen moeten wekelijks worden
afgestemd of wanneer de batterij niet langer
dezelfde hoeveelheid werk levert Om de
automatische afstelmodus te gebruiken,
plaatst u de batterij minimaal 8 uur in de
oplader