Comelit PAC 511 DCi Manual De Instrucciones página 14

Nederlands
Inleiding
Dit document is bedoeld voor ervaren technici die bekend
zijn met PAC-producten en gezondheids- en
veiligheidsaspecten.
Aanvullende informatie over de installatie en bediening
van software staat vermeld in de documentatie en de
administratiesoftware bevat hulpbestanden.
Alle gelijkaardige regeleenheden op het systeem
moeten over hetzelfde firmware-versienummer
Eventueel dient op de nieuwe regeleenheid firmware te
worden gedownload, zie het hulpbestand voor nadere
informatie.
Aansluitpunten Tamper (ongeoorloofd
gebruik) en Override (uitschakelen)
Gebruik vóór het opstarten een kort stuk kabel om de
aansluitpunten Tamper (TAMP) en 0V te verbinden.
l
aansluitpunten Override (OVERRIDE) en 0V te
l
verbinden.
Override kan indien gewenst voor EOL-bedrijf worden
geconfigureerd.
RS-485 aansluiting
Bij gebruik van afgeschermde kabels moet de
afscherming op één regeleenheid op de aardingsklem
met het label "SHIELD" worden aangesloten.
Uitsluitend de RS-485 afsluitjumper van de eerste
en laatste regeleenheid in de reeks moet op "IN"
worden ingesteld.
RS-485 led
ROOD De regeleenheid draagt gegevens over
Een andere regeleenheid draagt gegevens
GROEN
over op het netwerk
Slotontstoring
Alle sloten moeten worden uitgerust met een
mechanisme voor de onderdrukking van
tegenelektromagnetische kracht (spanningspieken), die
door de meeste ontgrendelingsmechanismen, vooral
magnetische sloten, wordt gegenereerd.
Alle lezers en regeleenheden die door PAC worden
geleverd zijn voorzien van een metaaloxidevaristor
(MOV).
Gebruik voor stroomsterkten > 1 A de grote MOV die bij
de regeleenheid wordt meegeleverd.
Gebruik voor stroomsterkten < 1 A de kleine MOV die bij
de lezer wordt meegeleverd.
De MOV voorkomt langetermijnschade aan de
regeleenheid.
Indien mogelijk dient dit apparaat over de aansluitpunten
heen te worden aangebracht. Mochten de aansluitpunten
om welke reden dan ook ontoegankelijk zijn, dan kan de
MOV over de slotuitgang-aansluiting heen aan worden
gebracht.
De slotrelais worden beschermd door een stroombreker
van 3 A in lijn met de RELAY COM-aansluiting. Deze
worden automatisch gereset zodra de overbelasting is
hersteld; beide slotuitgangen zijn onafhankelijk.
beschikken.
Beschrijving
– Page 14 of 20 –
Legenda voor aansluitschema op pagina 3
1 RS-485 aansluiting
2 Instellingen afsluitjumper
1. RS-485 terminatie (IN of OUT, standaard
= OUT)
2. Lezer spanningskeuzeschakelaar (12/24V
or 5V, standaard = 12/24V)
3 RS-485 statusleds
4 RS-232 statusleds
5 Leds deur 1
6 Lezer
SIGA/SIGB
0V (sounder)
0V (tamper/DC -
deurcontact)
7 Verzoek uitgang (NO)
8 Deurcontact
9 Bedradingsopties slot:
FAIL-SAFE—sluit aan op NC
l
FAIL-SECURE—sluit aan op NO
l
10 Leds deur 2
11 Serienummer en barcode
12 One-Touch™-knop
13 Statusled systeem
14 Stroomtoevoer
15 Reservebatterij
16 12V/24V-netadapter
(batterij) +
(batterij) -
17 PC RS-232 of ethernetverbinding
18 Tamper-schakelaar (NC)
19 Deuropheffing (NC)
20 Wiegand-lezer
+V Rood
Led Bruin
Wit
0V Zwart
Geel
Blauw
RTE Blauw
0V Zwart
VIN Oranje
0V Wit
MSTAT Roze
Rood
Zwart
AARDE Groen/Geel