Gebruik
Afb.4: In-/uitscha-
kelen van de pomp
Afb.5: Capaciteit
instellen
26
8 Gebruik
8.1 Informatie over het in- en uitschakelen van
de pomp
Pomp inschakelen
à
Zorg ervoor dat bij inschakeling de gespecificeerde druk
of het gespecificeerde vacuüm (zie 4 Technische gege-
vens [} 13]) in de leidingen niet wordt overschreden.
à
Schakel de pomp door het indrukken van de draai-/druk-
knop in (zie Afb. 1/3, zie Afb. 4).
Capaciteit instellen
Met de draai-/drukknop kunt u het toerental van de pomp vari-
ëren. Op deze wijze kunt u de capaciteit regelen (zie Afb. 5).
à
De toerentalinstelling middels de draai-/drukknop blijft be-
houden na het uitschakelen van de pomp.
Pomp uitschakelen/uit bedrijf nemen
à
Spoel de pomp bij het gebruik van agressieve media voor-
dat u de pomp uitschakelt, om de levensduur van het
membraan te verlengen (zie hoofdstuk 9 Onderhoud
[} 28]).
à
Schakel de pomp met de draai-/drukknop uit (zie Afb. 4).
à
Zorg, indien mogelijk, voor een normale atmosferische
druk in de zuig- en drukleidingen (ontlast de pomp pneu-
matisch om de levensduur van de pomp te verlengen).
à
Verwijder de voeding van de pomp uit het geaarde stop-
contact.
Vertaling van de originele bedienings- en installatie-instructies, KNF
Laboratoriumpomp Laboport® N96
323241-323242 06/22