Hoofdstuk 4 Bediening
4.1 Gebruikersnavigatie
Raadpleeg hoofdstuk Gebruikersinterface en navigatie van de documentatie bij de controller voor
een beschrijving van het toetsenpaneel en informatie over navigatie.
4.2 Configuratie sensor
4.2.1 Configuratie conductiviteitscontactsensor.
Gebruik menu CONFIGURE (configureren) om identificerende informatie voor de sensor in te voeren
en opties voor het omgaan met gegevens en opslag te wijzigen.
1. Druk op toets menu en selecteer SENSOR SETUP>[Select Sensor]>CONFIGURE (instellingen
sensor / selecteer sensor / configureren).
2. Selecteer een optie en druk op enter. Houd de pijltoetsen omhoog of omlaag ingedrukt om
cijfers, tekens of interpunctie in te voeren. Druk op de pijltoets naar rechts om naar de volgende
ruimte te gaan.
Optie
EDIT NAME (naam
bewerken)
SENSOR S/N (serienummer
sensor)
SELECT MEASURE (meting
selecteren)
DISPLAY FORMAT
(weergave)
MEAS UNITS
(meeteenheden)
TEMP UNITS
(temperatuureenheden)
Beschrijving
Wijzigt de naam die overeenkomt met de sensor bovenin het meetscherm.
De naam is beperkt tot 16 karakters en mag bestaan uit een willekeurige
combinatie van letter, cijfers, spaties en interpunctie. De eerste 12 tekens
worden op de controller weergegeven.
Hiermee kan de gebruiker het serienummer van de sensor invoeren, beperkt
tot 16 tekens in elke combinatie van letters, nummers, spaties of interpunctie.
Wijzigt de gemeten parameter naar CONDUCTIVITY (conductiviteit,
standaard), TDS (totaal aantal opgeloste vaste stoffen, of total dissolved
solids), SALINITY (zoutgehalte) of RESISTIVITY (soortelijke weerstand). Alle
andere geconfigureerde instellingen worden gereset naar de
standaardwaarden.
Opmerking: Als SALINITY (zoutgehalte) geselecteerd is, wordt de
meeteenheid gedefinieerd als ppt (deeltjes per duizend/parts per thousand)
en kan deze niet gewijzigd worden.
Wijzigt het aantal decimale plaatsen dat in het metingenscherm getoond
wordt. In stand automatisch wijzigt het aantal decimale plaatsen automatisch
met de wijzigingen in de gemeten waarde.
Wijzigt de eenheid voor de gekozen meting — selecteer een eenheid uit de
lijst met beschikbare eenheden.
Stelt de temperatuureenheid in op °C (standaard) of °F.
Nederlands 175