Het apparaat in gebruik nemen
De voedingsspanning moet overeenkomen met de spanning
op het vermogensplaatje (220-240 VAC) van het apparaat.
Aan- en uitzetten
VERBRANDINGSGEVAAR! Tijdens gebruik wordt het
apparaat warm. Zorgt dat niemand, vooral kinderen of
huisdieren, gevaar loopt door gebruik van het apparaat. Raak
de ventilatiesleuven (2 en 5) van het apparaat zelf niet aan.
Laat dit eerst volledig afkoelen.
Bediening
1.
De convector heeft een aan-/uitschakelaar. Zet de convector aan door
de aan-/uitschakelaar (1) aan de linkerkant van het apparaat op stand
"I" (750 / 1250 / 2000 W) te zetten.
2.
Zet de convector uit door de aan-/uitschakelaar (1) aan de zijkant van
het apparaat op stand "O" te zetten.
3.
Gebruik de thermostaat (6) om de gewenste temperatuur in te
stellen.