Nederlands
NL
DA
Vertaling van de originele instructies
WATERPOMP
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsvoor-
schriften en alle instructies.
Het niet in acht nemen van de
voorschriften en instructies kan
een elektrische schok, brand en/of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle voorschriften en
instructies voor toekomstig
gebruik.
•
WAARSCHUWING
Veiligheidsvoorschriften
1. Werkomgeving
a) Houd uw werkomgeving schoon en
goed verlicht. Rommelige of donkere
omgevingen kunnen tot ongelukken
leiden.
b) Houd kinderen en omstanders uit
de buurt tijdens het gebruiken
van elektrische gereedschap. Bij
afleiding kunt u de controle over het
gereedschap verliezen.
c) Zorg er vóór alle handelingen met
of aan het apparaat voor dat het
apparaat stabiel staat om ongevallen of
beschadigingen door omvallen van het
apparaat te vermijden.
d) Gevaar voor verwondingen! Het
apparaat moet stabiel worden
geplaatst; bij gebruik van het
apparaat vlakbij zwembaden, vijvers
of andere open wateren, moet u een
minimumafstand aanhouden van 2 m
en het apparaat beschermen tegen het
vallen in water of overstromingen.
Dit geldt niet voor de dompelpompen
omdat die ondergedompeld in water
kunnen worden gebruikt.
2. Elektrische veiligheid
40
a) Gevaar voor elektrocutie! Sluit
het apparaat alleen aan op een
geschikte stroombron conform de
geldende normgevingen (IEC 60364-
1). Tijdens het opstarten kan het
apparaat netstoringen veroorzaken.
Sluit het apparaat alleen aan op
een stopcontact uitgerust met een
differentieelschakelaar met nominale
reststroom van maximaal 30 mA.
Gebruik uitsluitend verlengsnoeren
conform de geldende normgevingen,
goedgekeurd voor gebruik buiten
en met een diameter van ten minste
gelijk aan, of groter dan die van de
voedingskabel van het apparaat. De
elektrische kabels op de kabelhaspel
moeten volledig worden afgerold.
Controleer voor ieder gebruik
of aansluitkabel en netstekker
onbeschadigd zijn. Laat beschadigde
voedingskabels onmiddellijk vervangen
door een bevoegde medewerker van
de technische dienst of een elektro-
vakman.
b) Alle elektrische steekverbindingen
moeten in een overstromingsveilige
sector aangebracht worden.
c) Niet-geschikte elektrische verlengkabels
kunnen gevaarlijk zijn. Gebruik in
open lucht enkel daartoe vrijgegeven
en overeenkomstig gekenmerkte
elektrische verlengkabels met een
voldoende grote diameter:
d) Netstekker en koppeling van een
verlengkabel moeten waterdicht
zijn en mogen niet in water liggen.
De koppeling mag verder niet op de
grond liggen. Er wordt aanbevolen
om kabeltrommels te gebruiken die
garanderen dat de contactdozen zich
minstens 60 mm boven de grond
bevinden.
e) Stekkers van het elektrische
gereedschap moeten in het stopcontact
passen. De stekker mag in geen
geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie
met geaarde gereedschappen.
Onveranderde stekkers en passende