Il prodotto può contenere sostanze che sono
REACH
anche sostanze appartenenti all'elenco di
candidati per una concentrazione superiore allo
0,1% p / p, l'elenco dei candidati pubblicato più di
recente è disponibile sul sito Web dell'ECHA.
Informazioni sull'uso sicuro sono disponibili
all'indirizzo
https://firesecurityproducts.com/en/content/intrusi
on-intro
2012/19/EU (Direttiva WEEE): I prodotti
contrassegnati con questo simbolo, non possono
essere smaltiti nei comuni contenitori per lo
smaltimento rifiuti, nell' Unione Europea. Per il
loro corretto smaltimento, potete restituirli al
vostro fornitore locale a seguito dell'acquisto di un
prodotto nuovo equivalente, oppure rivolgervi
e consegnarli presso i centri di raccolta preposti.
Per maggiori informazioni vedere: recyclethis.info
Informazioni di contatto
www.firesecurityproducts.com o www.aritech.com
Per l'assistenza clienti, vedere www.firesecurityproducts.com
NL: Installatieblad
Montage van de unit
De unit wordt geleverd als een pakket dat bestaat uit een
bediendeel en een los elektronisch deel. Het kan gemonteerd
worden op het paneel of, indien nodig, in een speciale
behuizing geïnstalleerd worden.
Opmerking:
Monteer de unit op een geschikte hoogte zodat
men er gemakkelijk bij kan en de LED's gemakkelijk te zien
zijn.
GI dipswitches
Zie figuur 2.
SW1 "ADDRESS" dipswitches 1–4 (figuur 1, item 4) worden
gebruikt voor het adresseren van dit GI-nummer.
LED'S
Tx (figuur 1, item 3): De LED knippert om aan te geven dat het
gebruikersinterface (GI) reageert op het pollen van het ATS
controlepaneel.
LED-indicatoren op het bediendeel
•
ACCESS (Uitgeschakeld): gaat aan wanneer tenminste
één van de gebieden die aan het controlepaneel zijn
toegekend, is uitgeschakeld, en er met een PIN-code een
deur is geopend; de LED knippert zolang de deur
ontgrendeld is.
•
ALM (Alarm): gaat aan wanneer een alarm is afgegeven in
één van de gebieden die aan het gebruikersinterface zijn
toegekend.
•
RDY:
10 / 16
- Wanneer er verbinding is met het controlepaneel, gaat
het aan wanneer het gebied gereed is voor inschakeling
(systeem paraat), d.w.z. alle inputs in normale toestand, of
- wanneer aangesloten op een 4-deurs/4-liften DI, gaat het
aan wanneer een PIN-code ingevoerd kan worden.
•
SECURE: Gaat aan wanneer het gebied ingeschakeld is.
Wanneer alle LED's op het GI knipperen, worden de
gebruikersinterfaces niet gepolld.
Aansluitingen J2 aansluitpunten
Zie figuur 1, item 6.
•
+, −: Voedingsspanning. Als de afstand tussen het
gebruikersinterface en het controlepaneel hoogstens
100 meter is, kunnen de gebruikersinterfaces gevoed
worden via de Comms + en − van het controlepaneel.
Gebruik anders de AUX PWR van de DI's of een
hulpvoeding.
•
D+, D−: Positieve en negatieve signaalaansluitingen van
de databus. Remote units kunnen maximaal 1,5 km van
het ATS controlepaneel verwijderd zijn.
•
IN: Een uitgangsknop (de normale stand is open, tijdelijke
drukknopschakelaar) kan aangesloten worden over "IN"
en "−". Wanneer deze knop is ingedrukt, wordt hiermee de
uitgangsfunctie aangestuurd.
•
OUT: Open collector output, maximaal 50 mA. Het is de
eerste output van de output-controlegroep die toegekend
is aan dit gebruikersinterface.
Verbinden
Zie figuur 1.
•
GND (item 2): Dient aangesloten te blijven.
•
TERM (item 5): Is aangesloten indien dit apparaat het
laatste is op de systeemdatabus. Zie voor meer details de
installatiehandleiding van het Advisor Master-
controlepaneel.
Aansluiten van de elektronica op het
bediendeel
Zie figuur 1, item 1.
Via een standaard kabel geleverd met dit product
Specificaties
Aansluitspanning
Maximale bedrijfsstroom
Afmetingen (B x H x D)
Omgevingstemperatuur
Relatieve luchtvochtigheid
P/N MAINST-ATS1155 (ML) • REV D • ISS 10DEC20
10,5 op 13,8 V
70 mA
118 x 75 mm
0 tot +50°C
<95%, niet-condenserend