1. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of door erop te tikken. U kunt het
filter het beste met water schoonmaken.
Als het luchtfilter erg vies is, lost u wat neutraal schoonmaakmiddel op in lauwwarm
water (ongeveer 30°C). Was het filter en spoel het schoonmaakmiddel goed uit met
schoon water.
2. Nadat u het luchtfilter hebt laten drogen, plaatst u dit in de airconditioner en drukt
u op de knop FILTER RESET.
G Droog het luchtfilter niet boven open vuur.
G Schakel de airconditioner niet in zonder luchtfilter.
Schoonmaken van het apparaat
G Maak het apparaat schoon met een zachte, droge doek.
G Als het apparaat erg vies is, maakt u de doek vochtig met een neutraal schoonmaakmiddel in lauwwarm water.
Verwijder als u klaar bent het schoonmaakmiddel met schoon water.
Aan het einde van het seizoen
G Laat de airconditioner een halve dag bij mooi weer in ventilatiefunctie draaien, zodat het binnenwerk goed kan opdrogen.
G Schakel het apparaat uit en schakel de netstroom uit. Ook nadat de airconditioner is uitgeschakeld, verbruikt deze energie.
G Maak het luchtfilter schoon en plaats het terug.
Aan het begin van het seizoen
G Verwijder alles wat de lucht inlaat of -uitvoer bij het binnen- of het buitenapparaat kan hinderen.
G Controleer of het luchtfilter schoon is.
G Schakel de netstroom 12 uur voordat u de airconditioner inschakelt in.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Controleer het volgende voordat u de servicedienst belt:
Het apparaat werkt helemaal niet.
Is de netstroom ingeschakeld?
Is de stroomvoorziening normaal?
De schakelaar
staat uit.
Slechte koeling of verwarming
Heeft u de thermostaat op een goede
Is het luchtfilter schoon?
temperatuur ingesteld?
Staan er deuren of ramen open?
Staat de swingflap in de horizontale
stand? (Gedurende het verwarmen.)
Als de swingflap horizontaal staat, kan de
luchtstroom de vloer niet bereiken.
Slechte koeling
Straalt er direct zonlicht in de kamer?
Is er een warmtebron in de kamer?
Tijdens het verwarmen komt er koele
lucht uit de airconditioner.
Als de airconditioner niet goed werkt nadat u de bovengenoemde zaken
hebt gecontroleerd of als een van de volgende omstandigheden optreedt,
Is de airconditioner bezig met de
voorbereiding op het verwarmen?
schakelt u de airconditioner uit en neemt u contact op met de verkoper.
G De zekering of stroomonderbreker valt vaak uit.
Voorbereiden
Pagina 59
G Er komt water vrij gedurende koelen en ontvochtigen.
verwarmen
G Het apparaat werkt onregelmatig of u hoort een vreemd geluid.
G Het controlelampje knippert.
58
Schoonmaken
ATTENTIE
Is de aarding in orde?
Als de aarding niet in orde is, kan dit gevaarlijk
Stroom-
storing?
zijn. Schakel de netstroom onmiddellijk uit en
neem contact op met de leverancier.
Komt de werkingsmodus van het
apparaat dat u wilt gebruiken overeen
met de werkingsmodus van de andere
binnenapparaten?
Als de werkingsmodi niet overeenkomen,
schakelt de airconditioner over op ventileren.
Wordt de lucht inlaat of -uitvoer
gehinderd?
Zijn er teveel mensen in de kamer?
De volgende omstandigheden betekenen niet dat het apparaat niet goed werkt:
U hoort een zacht gorgelend
Als u de airconditioner inschakelt, als de compressor start of stopt of als u de
geluid.
airconditioner uitschakelt, kunt u een gorgelend geluid horen. Dit betekent dat de
koelvloeistof circuleert en dit is normaal.
U hoort een zacht krakend geluid.
Dit wordt veroorzaakt doordat het plastic werkt.
U hoort een sissend of gorgelend geluid als
Deze geluiden zijn afkomstig van automatische processen in de airconditioner.
het apparaat is uitgeschakeld.
U ruikt iets.
De lucht die uit het binnenapparaat komt geurt soms.
Dit wordt veroorzaakt door sigarettenrook of cosmetica die in het apparaat zijn
achtergebleven.
Terwijl de airconditioner
Als de airconditioner wordt gebruikt in een omgeving met veel oliedampen, zoals
actief is, komt er wat witte
een restaurant, kan er witte nevel uit de luchtuitvoer komen.
nevel uit het binnenapparaat.
Neem in dat geval contact op met de leverancier om de warmtewisselaar te laten
reinigen.
Gedurende het koelen schakelt de
Het apparaat schakelt soms automatisch over naar de ventilatiefunctie om te
airconditioner over naar de ventilatiefunctie.
voorkomen dat er zich een ijslaagje op de warmtewisselaar van het binnenapparaat
hecht. Na enige tijd schakelt het apparaat terug naar het koelen.
De luchtuitvoer van het binnenapparaat stopt
Voor het afvoeren van restwarmte van het verwarmingselement kan de ventilator
niet, ook al is de airconditioner gedurende de
ongeveer 40 seconden lang blijven werken nadat het apparaat is uitgeschakeld.
verwarmingscyclus uitgeschakeld.
Schakel de netstroom niet uit voordat de ventilator stopt.
U kunt de airconditioner niet
Zelfs als u het apparaat weer inschakelt, kunt u het
direct weer inschakelen
koelen, ontvochtigen en verwarmen niet gebruiken
nadat u deze hebt
gedurende drie minuten na het uitschakelen van de
uitgeschakeld.
airconditioner. Dit wordt verhinderd door de
Apparaat
beschermingstijdklok die is geactiveerd.
start niet
(Gedurende de wachttijd werkt het apparaat in de
ventilatiemodus.)
Er is geen luchtstroom of u kunt de
Tijdens het ontvochtigen wordt er afwisselend sterk, zwak of niet geventileerd om
ventilatiesnelheid niet wijzigen tijdens het
te sterke koeling of stijging van de luchtvochtigheid te voorkomen.
ontvochtigen.
De swingflap zwenkt uit zichzelf.
Nadat u de netstroom hebt ingeschakeld, zwenkt de vin automatisch twee keer.
Dit is normaal. Daarnaast staat de vin in de horizontale stand tijden het
voorbereiden op verwarmen.
Het werkingsmoduslampje op de
Het lampje knippert als de werkingsmodi van de binnenapparaten niet
afstandsbediening knippert (tijdens koelen,
overeenkomen en naar ventileren worden overgeschakeld. Zorg ervoor dat de
ontvochtigen of verwarmen).
modi overeenkomen of schakel de andere apparaten uit.
Er komt gedurende het verwarmen water of
Dit komt voor als ijs dat op het buitenapparaat is afgezet, wordt verwijderd
stoom vrij van het buiten apparaat.
(gedurende het ontdooien).
De ventilatiesnelheid neemt af als de
Als u van koelen naar verwarmen schakelt (en omgekeerd), wordt het apparaat
airconditioner naar een andere modus
gedurende drie minuten op zwak ventileren geschakeld.
overschakelt (bij de multi-KXR voor
onafhankelijk koelen en verwarmen.)
De ventilator van het buitenapparaat draait
Tijdens ontdooien of verwarmen bij een hoge buitentemperatuur wordt de
niet.
ventilator uitgeschakeld. Bij lagere temperaturen wordt de ventilator echter wel
gebruikt.
Hoewel de ventilator stilstaat, kan deze plotseling gaan draaien. Steek
er daarom geen vingers of voorwerpen in. Dit kan verwondingen tot
gevolg hebben.
Direct nadat de netstroom is ingeschakeld,
Als het opvangen van stroomstoringen is ingeschakeld, begint de airconditioner
begint de airconditioning te werken.
te werken met dezelfde status als voor de stroomstoring of het uitschakelen van
de netstroom. Zie pagina 59.
De ingestelde temperatuur verandert niet (de
Nadat de ingestelde temperatuur is vastgelegd, wijzigt deze niet, ook al drukt u
temperatuurweergave knippert).
op de knoppen
Drie
minuten
wachten
ATTENTIE
.