2.5
Montageafstanden
L1
B1
min. 1000 mm
min. 1000 mm
L1
min. 4500 mm
L2
min. 3500 mm
H
2.6
Bevestiging
Waarschuwing
Bij de bevestiging van het apparaat moeten zowel de algemene als de plaatselijke
voorschriften in acht worden genomen.
Daarom mogen deze handelingen alleen door een geschoolde vakman worden uitgevoerd.
De machine moet worden opgesteld en bevestigd op een voldoende stevige ondergrond, zo nodig volgens de
minimumeisen van de specificaties in het funderingsplan.
De machine moet op de daarvoor bestemde punten worden bevestigd met geschikt bevestigingsmateriaal,
indien dat is voorgeschreven.
Bij de keuze van de montageplaats moeten behalve de bodemgesteldheid ook de richtlijnen en aanwijzingen
van de ongevalpreventievoorschriften en de werkplekvoorschriften in acht worden genomen.
Bij installatie op vloerplafonds moet worden gecontroleerd of deze voldoende draagvermogen hebben. In
het algemeen wordt aanbevolen bij installatie op vloerplafonds een bouwkundige te raadplegen voor een
beoordeling.
® Copyright ATH-Heinl GmbH & Co. KG / Alle rechten voorbehouden / Drukfouten en technische wijzigingen voorbehouden
Verschijningsdatum: 02.05.2023 / Productfabrikant ATH-Heinl GmbH & Co. KG
L2
333