C0 Testmodus voor Magic-Door-Control (optie)
Radiosignaal, maximaal 15 seconden:
000= geen signaal
001= eindstand OPEN
002= eindstand DICHT
003= opengaan
004= dichtgaan
005= staat op traject
007= fout
008= obstakel
C1 Automatische sluiting uit deelopening
Sec en min
000= UIT
001..010 tijd deur open sec*
(001 = 5 sec... 010 = 50 sec)
011..040 tijd deur open min*
(011=1 min... 040=30 min) * exclusief
waarschuwingstijd
C2 Deelopening in 5-cm-stappen: 000..100
C3 Nabrandduur, na motorloop
000..060 (10 sec-stappen)
C4 Sluiten na verlaten van de fotocel, 000...019, 0,5-
sec
C5 Noodstopingang
000= automatisch sluiten na NOODSTOP
geblokkeerd
001= sluittijd loopt opnieuw na vrijgave
NOODSTOP
C6 Functie aansluitingen
Aansluiting 3
000
STOP
STOP
001
STOP
STOP
002
STOP
STOP
003
OPEN
DICHT
Stop
STOP
C7 INPARKASSISTENT aandrijvingslampje knippert
als deur kan worden gesloten.
000= UIT 001= AAN
(alleen in combinatie met fotocel)
1)
Als de krachttoevoer (A5, A6) >003 en/of de
automatische sluiting (b4, c1) op AAN (>000) is
ingesteld, mag de deur alleen met een extra
veiligheidsinrichting worden gebruikt.
LET OP: om ervoor te zorgen dat de sluitkrachten voldoen
aan de grenswaarden conform EN 12453, moeten bij
Basematic 42, Superior 42/+42/+42 WIDE met loopdeur,
Secura met loopdeur, Comfort met loopdeur en SSD de
parameters A1 op 008; A2 op 003 en A6 op 000 worden
ingesteld. Dit werk moet worden uitgevoerd door
gekwalificeerd technisch personeel.
19 Reset
LET OP: Na de reset is er geen bescherming meer
door krachtuitschakeling! Lees vóór het weer in
gebruik nemen de deuraandrijving opnieuw in. Daartoe
Deuraandrijving inlezen (Hoofdstuk 15) uitvoeren.
Magic 1000-3
000
1)
000
020
012
000
000
000
Aansluiting 4
Gedeeltelijke
opening
STOP
STOP
STOP
STOP
000
IP2286 11/2021
Reset (opgeslagen waarden van de programmering)
Tijdens 1 van de 3 statusmeldingen A, B of C (zie Hoofdstuk
10) gelijktijdig de toets
en menu
houden. Na een paar seconden knippert het lampje (rES),
dan wordt L4 weergegeven en is de rest klaar.
De handzenders worden niet gewist.
Reset, fabrieksinstelling
• Stekker (1, groen) eraf trekken.
• Tijdens 1 van de 3 statusmeldingen A, B of C (zie 10)
gelijktijdig de toetsen
en menu
seconden indrukken. Het lampje knipper eerst langzaam,
dan sneller (rES). Dan verschijnt weer de statusweergave,
de reset is uitgevoerd.
De onder Programmering (Hoofdstuk 18) weergegeven
waarden zijn ingesteld. De handzenders worden niet
gewist.
20 Extra veiligheidsvoorzieningen
aansluiten
Fotocel
Functie: bij gebruik van de veiligheidsingang (contact wordt
geopend) stopt de aandrijving en gaat terug naar de
eindstand OPEN.
Als bovendien de functie "Automatisch sluiten" is
geactiveerd, gaat de aandrijving na de 3e opeenvolgende
obstakelmelding naar de positie Eindstand OPEN en
schakelt uit.
Aansluiting: trek de stekker met gele brug op de externe
aansluiting A 2 los en bewaar deze. Veiligheidsinrichting erop
steken.
Veiligheidsstrip, optosensor
waarschuwingslampje
worden d.m.v.
uitbreidingsmodules aangesloten.
Noodstop
Functie: als de aangesloten veiligheidsvoorziening tijdens het
dichtgaan van de deur geactiveerd wordt (contact geopend),
dan stopt de deur onmiddellijk. Na het sluiten van het
noodstopcontact kan de deuraandrijving met de volgende
impuls weer in beweging gezet worden.
Aansluiting: trek de stekker met groene brug op de externe
aansluiting 5 los en bewaar deze. Veiligheidsinrichting erop
steken.
21 Extra aansluitingen
Extra verlichting
Het aansluiten mag alleen door een erkend elektricien
worden uitgevoerd. Naast het aandrijvingslampje (5 W LED-
lamp) kan een extra verlichting van max. 60 W (geen TL-buis)
op de klemmen 1 en 2 worden aangesloten.
Notitie: sommige energiespaarlampen kunnen het
radiosignaal storen.
Externe impulsingang
Aan de klemmen 14 en 15 kan een extern impulssignaal (bijv.
wandtoets) worden aangesloten. Vast geïnstalleerde
bedieningselementen als schakelaars e.d. moeten op een
hoogte van minstens 1,5 m en binnen gezichtsafstand van de
indrukken en ingedrukt
langer dan 12
en
73 / 240