Vóór elke werkzaamheid moet het apparaat van het elektriciteitsnet losgekoppeld worden
m.b.v. de meerpolige stekker of door de stekker uit het stopcontact te halen, en van het waternet.
STORINGEN
De schakelaar wordt gedraaid, maar de
hogedrukreiniger start niet.
Er wordt geen straal afgegeven of het
hogedrukcircuit van het water lekt; na
3 minuten stopt de hogedrukreiniger
en gaat controlelampje "H" knipperen.
De pomp draait maar bereikt niet de
nominale druk.
Bij open lans, stijgt en zakt de druk.
Na 10 impulsen stopt de hogedrukrei-
niger en gaat het controlelampje "H"
knipperen.
In de by-pass of total stop fase, stopt de
hogedrukreiniger en gaat het controle-
lampje "H" knipperen.
Na een total stop fase, start de hoge-
drukreiniger niet en gaat het controle-
lampje "E" knipperen.
Als de temperatuurregelaar in de ge-
wenste stand wordt gebracht, gaat de
ketel niet aan.
Water niet voldoende warm.
Het controlelampje "G" gaat branden.
Onvoldoende aanzuiging van reini-
gingsmiddel.
Nederlands
STORINGEN - REMEDIES
OORZAKEN
Geen elektrische aansluiting.
(Controlelampje "E" gedoofd).
Thermische beveiliging heeft ingegre-
pen. (Controlelampje "H" knippert).
Watertoevoerfilter verstopt.
Aansluiting waternet defect.
Netkraan gesloten.
Lekken uit hogedrukcircuit
Watertoevoerfilter verstopt.
Aansluiting waternet defect.
Drukregelklep ingesteld op minimum.
Spuitmond van lans is versleten.
Kleppen versleten of vuil.
Reinigingsmiddelkraan open.
Drukregelvoorziening op lans open (in-
dien aanwezig).
Spuitmond verstopt of vervormd.
Onvoldoende toevoer.
Reinigingsmiddelkraan open.
Microlekkage water uit hogedrukcircuit.
De hogedrukreiniger is minstens 20
minuten niet gebruikt en bevindt zich
in toestand van totale blokkering. (TSI)
Storing van het verwarmingssysteem.
Stand temperatuurregelaar. (Controle-
lampje "F" gedoofd).
Ketel verstopt met kalkafzetting.
Ontkalkingsvloeistof op.
Kraan gesloten.
Reinigingsmiddel op. (Controlelampje
"I" brandt).
Slang verstopt.
- 14 -
REMEDIES
Controleer de netspanning.
(zie technische eigenschappen).
Reset. (Raadpleeg bij een nieuwe in-
greep de technische service).
Reinig het.
Controleer.
Open de kraan.
Vraag om tussenkomst van Service-
centrum.
Reinig het.
Controleer.
Stel af.
Vraag om tussenkomst van Service-
centrum.
Vraag om tussenkomst van Service-
centrum.
Sluit de kraan.
Sluit de kraan.
Reinig of vraag om tussenkomst van een
servicecentrum.
Controleer.
Sluit de kraan.
Vraag om tussenkomst van een ser-
vicecentrum.
Start opnieuw door hoofdschakelaar "A"
naar stand "0" en vervolgens naar stand
"I" te draaien.
Vraag om tussenkomst van het Service-
centrum.
Controleer.
Vraag om tussenkomst van Service-
centrum.
Vul het reservoir met ontkalkingsvloei-
stof.
Open de kraan.
Vul het reinigingsmiddelreservoir.
Vraag om tussenkomst van Service-
centrum.