10
www.electrolux.com
4.1 In- of uitschakelen
Raak
1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
4.2 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
Kookstand
, 1 - 3
4 - 7
8 - 9
10 - 14
4.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
gaat branden en na 2
branden en wordt de
De kookplaat
wordt uitgescha‐
keld na
6 uur
5 uur
4 uur
1,5 uur
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
4.4 Aanduiding kookzone
LET OP!
Zet geen heet kookgerei op
het bedieningspaneel.
Er bestaat een risico dat de
elektronische onderdelen
beschadigen.
De horizontale lijn toont de maximale
maat van het kookgerei.
max.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.