VRIJE RUIMTE EN TRAININGSRUIMTE
Het trainingsgebied (A) moet minimaal 2,6 m zijn. De vrije ruimte (B) moet ten minste 0,6 meter
groter zijn dan het trainingsgebied in de richtingen van waaruit de apparatuur wordt betreden. De
vrije ruimte moet ook het gebied voor nooddaling omvatten. Als twee apparaten naast elkaar staan,
kan het vrije gebied worden verdeeld.
B
(0,6 m)
A
A
B
B
(2,6 m)
(2,6 m)
(0,6 m)
(0,6 m)
B
(0,6 m)