3.4 BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
De machine is samengesteld uit
de volgende hoofdonderdelen, met
de volgende functie (afb. 1 ) :
A. Snijgroep: dit is het geheel
bestaande uit de carter, waarin zich de
draaiende snij-inrichtingen bevinden,
en de snij-inrichtingen zelf.
B. Snij-inrichtingen: dit zijn de elementen
die ervoor dienen om het gras te maaien;
de windvleugels die aan de uiteinden
zitten bevorderen de afvoer van het
gemaaid gras naar het uitwerpkanaal.
C. Zijdelingse aflaatdeflector: dit is een
beveiliging die voorkomt dat eventuele
voorwerpen, die door de snij-inrichtingen
meegenomen worden, ver van de
machine weg kunnen schieten (enkel
voor modellen met zijdelingse aflaat).
D. Uitwerpkanaal: dit is het verbindingselement
tussen de snijgroep en de opvangzak (enkel
voor modellen met opvang achteraan).
E. Opvangzak: dient niet alleen om het
gemaaide op te vangen, maar vormt
bovendien een veiligheidselement, daar het
voorkomt dat eventuele voorwerpen, die door
de snij-inrichtingen meegenomen worden,
ver van de machine weg kunnen schieten
(enkel voor modellen met opvang achteraan).
F.
Achterste aflaatbeveiliging (beschikbaar
op aanvraag): wanneer deze op de plaats
van de opvangzak gemonteerd is, verhindert
ze dat eventuele voorwerpen die door de
snij-inrichting opgevangen werden, ver weg
van de machine geschoten worden.(enkel
voor modellen met opvang achteraan).
G. Bestuurdersplaats:dit is de werkplaats
van de bestuurder, uitgerust met een
sensor die de aanwezigheid van de
bestuurder waarneemt met het oog op de
werking van de beveiligingssystemen.
H. Batterij: levert de energie om de motor
te kunnen starten; de kenmerken en
gebruiksvoorschriften staan in een
specifieke handleiding aangegeven.
I.
Motor: brengt de beweging naar
zowel de snij-inrichtingen als de
wielaandrijving over; de kenmerken en
gebruiksvoorschriften van de motor staan
in een specifieke handleiding aangegeven.
J.
Buffer vooraan: biedt bescherming
aan de voorkant van de machine.
K. Stuur: hiermee kunnen de
voorwielen bestuurd worden.
4. MONTAGE
De veiligheidsnormen die in
acht genomen moeten worden, zijn
beschreven in hfdst. 2. Neem deze
aanwijzingen strikt in acht om geen
ernstige risico's of gevaren te lopen.
Om vervoers- en opslagredenen worden
sommige onderdelen van machine niet
direct in de fabriek gemonteerd. Zij dienen
na het uitpakken gemonteerd te worden
aan de hand van de volgende instructies.
Het uitpakken en de vervollediging
van de montage moeten uitgevoerd worden
op een vlakke en stevige ondergrond, met
voldoende ruimte voor de verplaatsing
van de machine en de verpakkingen,
en steeds met behulp van de geschikte
instrumenten. Gebruik de machine niet
vooraleer de aanwijzingen van de sectie
"MONTAGE" teneinde gebracht te hebben.
4.1 ONDERDELEN VOOR DE MONTAGE
De verpakking bevat de onderdelen voor de
montage die in de volgende tabel vermeld zijn:
Beschrijving
1
Stuur
2
Deksel van het instrumentenpaneel
en van de onderdelen voor
montage van het stuur
3
Bestuurdersstoel
4
Accu
5
Buffer vooraan
6
Antiscalp wieltjes
7
Zak met bijhorende schroeven
voor montage en desbetreffende
aanwijzingen (enkel voor modellen
met opvang achteraan)
8
Onderste deel van de plaat achteraan,
de steunen van de zak en bijhorende
toebehoren voor vervollediging en mon-
tage (enkel voor modellen met opvang
achteraan)
9
Zijdelingse aflaatdeflector (enkel voor
modellen met zijdelingse aflaat)
10
Zijdelingse versterkingen van de
snijgroep (enkel voor modellen met
zijdelingse aflaat, indien voorzien).
NL - 7