6. De verlengpijp (afb. 28.A) weer
vasthaken aan de steun (afb. 28.C)
voordat u de olie weer bijvult.
7. Reinig eventuele olielekken.
BELANGRIJK Dien de olie in voor
verwerking volgens de plaatselijke normen.
7.4
ANTISCALP WIELTJES
Door de verschillende montageposities van
de wielen wordt er een veiligheidsafstand "H"
gehouden tussen de rand van de snijgroep
en de grond (afb. 17.A; afb. 18.A)..
Regel de positie van de antiscalp wielen
naar gelang de oneffenheid van de grond.
Deze werkzaamheid moet steeds
op beide wieltjes uitgevoerd worden, die
op dezelfde hoogte geplaatst moeten
worden, BIJ UITGESCHAKELDE
MOTOR EN SNIJ-INRICHTINGEN.
a. enkel voor modellen met zijdelingse aflaat
Om de positie te veranderen:
1. draai de schroef los en
verwijder ze (afb.17.B)
2. herplaats het wieltje (afb. 17.A) met de
afstandhouder (afb. 17.C) in de opening
ter hoogte van de gewenste afstand
3. klem de schroef (afb. 17.B) stevig
vast in de moer (afb. 17.D).
b. enkel voor modellen met
opvang achteraan
Om de positie te veranderen:
1. draai de moer (afb.18.B) los en
verwijder de pin (afb.18.C).
2. herplaats het wieltje (afb. 18.A)
op de gewenste positie
3. hermonteer de pin (afb.18.C), en let erop
dat de kop van de pin (afb.18.C) naar de
binnenkant van de machine gericht is
4. draai de moer stevig vast (afb.18.B).
7.5 REINIGING
Reinig de machine na ieder gebruik
volgens de volgende aanwijzingen.
7.5.1 Reiniging van de machine
• Reinig de buitenkant van de machine door met
een vochtige spons en schoonmaakmiddel
over de delen in kunststof van de machine te
gaan. Let er op dat de motor, de elektrische
onderdelen en de elektronische kaart
onder het dashboard niet nat worden.
• Om brandgevaar zoveel mogelijk te beperken
dienen de motor, de geluiddemper van
de uitlaat en de accubak vrij gehouden te
worden van gras, bladeren of teveel vet.
BELANGRIJK Gebruik in geen geval
hogedrukreinigers of bijtende middelen voor
het reinigen van de carrosserie en de motor!
BELANGRIJK -Reinig de aandrijving niet als ze
warm is.
Gebruik nooit druklansen om de aandrijving te
reinigen.
7.5.2 Reiniging van het uitwerpkanaal
(enkel voor modellen met
opvang achteraan)
Als de uitwerpkanaal verstopt
is, als volgt te werk gaan:
1. de opvangzak of de achterste
aflaatbeveiliging verwijderen ;
2. het opgehoopte gras bij de uitmonding
van het uitwerpkanaal verwijderen .
7.5.3 Reiniging van de zak (enkel voor
modellen met opvang achteraan)
1. De opvangzak ledigen
2. De zak schudden om hem schoon te
maken van grasresten en aarde.
3. De zak opnieuw monteren en de
binnenkant van de snijgroep reinigen (par.
7.4.4-a); vervolgens moet men de zak
verwijderen, ledigen, spoelen en zodanig
ophangen dat hij snel kan drogen.
7.5.4 Reiniging van de snijgroep
Maak de snijgroep zorgvuldig schoon om
alle grasresten en afval te verwijderen.
Verwijder tijdens het schoonmaken
van de snijgroep mensen en dieren
uit het omliggende gebied.
a. Reiniging van de binnenkant
Het reinigen van de binnenkant van de snijgroep
en het uitwerpkanaal dient, onder de volgende
condities, op een harde ondergrond te gebeuren:
– wanneer de opvangzak of de achterste
aflaatbescherming gemonteerd zijn (enkel
voor modellen met opvang achteraan);
– zijdelingse aflaatdeflector gemonteerd
(enkel voor modellen met zijdelingse aflaat)
– de gebruiker zit op de machine;
– zet de snijgroep in stand «1»;
– de motor draait
NL - 19