Afvoer
•
Wanneer u het apparaat lange tijd hebt gebruikt en voordat u het
opslaat, moet u het opgehoopte water afvoeren. Bereid een
geschikte locatie of bak voor om het water op te vangen.
Verwijder vervolgens de rubberen stop uit het afvoergat aan de
onderkant van het apparaat. Het water loopt nu uit het apparaat.
Als er geen water meer uit het apparaat loopt, kunt u de
afvoerstop aanbrengen.
Alarmfunctie voor vol intern waterreservoir
•
Het waterreservoir in de airconditioner is uitgerust met een
veiligheidsschakelaar om het waterpeil te controleren. Wanneer
het waterpeil een verwachte hoogte bereikt, gaat er een lampje
branden om aan te geven dat het waterreservoir vol is. Voer de
bovenstaande stappen uit om het water af te voeren.
INSTALLATIE
•
De airconditioner moet op een vlak en stabiel oppervlak worden
geïnstalleerd. Blokkeer de luchtuitlaat niet en houd minstens
30 cm ruimte vrij rond het apparaat.
•
De bedrading moet voldoen aan de lokale
veiligheidsvoorschriften voor elektriciteit.
Installatie van afvoerslang
•
Draai beide uiteinden van de afvoerslang voor warme lucht in het
raamuiteinde van de slangaansluiting en in het airconditioner-
uiteinde van de slangaansluiting.
•
Steek het airconditioner-uiteinde van de slang in de opening aan
de achterkant van de airconditioner.
•
Zet het raamuiteinde van de slangaansluiting vast aan het
dichtstbijzijnde raamkozijn.
Gebruiksaanwijzing
NL
21