I
N GEBRUIK NEMEN
Ontvangstkwaliteit afhankelijk van omgeving
Uw radiowekker ontvangt de correcte tijd via een radiosignaal.
Zoals bij alle radiogestuurde apparaten kan de ontvangst worden
aangetast door zaken zoals:
• grote afstand tot de zender;
• bergen en dalen in de omgeving;
• hoge gebouwen;
• spoorlijnen, hoogspanningskabels enz.;
• autosnelwegen, luchthavens enz.;
• bouwplaatsen in de omgeving;
• betongebouwen;
• elektrische apparaten;
• computers en televisietoestellen;
• rijdende voertuigen.
Plaats de wekker op een plek met optimaal signaal, m.a.w. in de
buurt van een venster en uit de buurt van metalen oppervlakken of
elektrische toestellen.
Ontvangst van het tijdsignaal
Nadat u de wekker hebt ingeschakeld, begint hij het radiosignaal
met gedimde cijfers (weinig helder) te ontvangen. Het
indicatorlampje
•
Het signaal wordt ontvangen (indicatorlampje
•
Correcte ontvangst (indicatorlampje
•
Fout bij ontvangst (indicatorlampje
56
knippert.
knippert)
brandt zonder knipperen)
gaat uit).