BEDIENINGSPANEEL
FUNCTIES & NAAM VAN DE TOETSEN
1
Aan/Uit: Schakel de stroom aan/uit
2
Snelheid: druk op de knop om
de luchtsnelheid in te stellen.
3
Kleren drogen: druk op de
knop om de modus voor het drogen van
kleding in te stellen.
4
Instelling luchtvochtigheid:
Druk op de knop om het gewenste
vochtigheidsbereik in te stellen.
5
Timer: timerinstelling uitschakeltijd
6
Pendel: druk op de knop om het
pendelen in/uit te schakelen.
7
Nachtmodus kinderslot:
Druk op de knop om de nachtmodus
aan te zetten. Houd de knop gedurende
3 seconden ingedrukt om de blokkering
van alle functietoetsen aan/uit te
schakelen.
BEDIENING VAN DE FUNCTIETOETSEN
1. Wanneer de gebruiker het apparaat
aansluit op het lichtnet. De machine is
stand-by.
Aan: Zet
Aan/uit Het apparaat
werkt, alle aanraaktoetsen branden. De
luchtplaat gaat open.
Uit: Druk nogmaals op de
knop om het apparaat uit te schakelen.
2
Druk snel op "SNELHEID" om te
selecteren of de ventilator moet werken
op "Hoge snelheid" of "Lage snelheid".
3
Kleding drogen Het apparaat
werkt om de hoogste snelheid zodat de
kleding sneller droogt. De instelling voor
de luchtvochtigheid is in deze modus
07
niet beschikbaar. Wanneer het apparaat
≤40% RV detecteert, stopt het apparaat
de compressor automatisch, maar de
ventilator blijft op de hoogste snelheid
werken. Wanneer het apparaat ≥45%
RV detecteert, zal de compressor weer
werken.
4
50% -55% -60% -65% -70%
-Co-40% -45%, ALLEEN onder de
ontvochtigingsmodus kan vochtigheid
instellen. Opmerking: zodra de
luchtvochtigheid de doelinstelling
bereikt, zullen zowel de compressor als
de ventilator een uur lang niet werken.
Een uur later werkt de ventilator 3
minuten voor luchtcirculatie. Als de
luchtvochtigheid hoger is dan de
doelinstelling, begint de unit met
ontvochtigen. Als de luchtvochtigheid
lager is dan de doelinstelling, stoppen de
compressor en de ventilator nog een uur.
5
Timer Wanneer het apparaat
aan staat, drukt u op Timer 1u/2u/4u/8u
voor instelling van de bedrijfstijd, het
timersymbool staat op het LCD-scherm.
6
Pendelknop De knop om het
pendelen in/uit te schakelen.
7
Nachtmodus (kinderslot)
Drukken op de knop zal de nachtmodus
inschakelen. Houd de knop gedurende 3
seconden ingedrukt om de blokkering van
"AAN/UIT"-
alle functietoetsen aan/uit te
WATER VOL
Wanneer de tank vol is, zal het apparaat
automatisch uitschakelen en er zal een
zoemer 10 keer klinken. Ondertussen
zal het indicatielampje "watertank vol"
branden.
OPMERKING:
na 5 minuten te werken. (Zie
compressorbeveiligingsfunctie)
AUTOMATISCH ONTDOOIEN:
schakelen.
Compressor begint
Gebruiksaanwijzing
Wanneer de machine bij lage
omgevingstemperatuur werkt,
kan de verdamper bevriezen. Om
het koelsysteem te beschermen, is
dit apparaat uitgevoerd met een
automatische ontdooifunctie.
BESCHERMINGSFUNCTIE
COMPRESSOR
Dit apparaat is uitgerust met een
beschermingsfunctie van de compressor.
Dat betekent dat de compressor een
startvertraging van 5 minuten heeft. (Na
uitschakelen en weer inschakelen.)
COMPRESSOR
BESCHERMINGSFUNCTIE
Het apparaat is uitgerust met een
compressorbeveiligingsfunctie, dat wil
zeggen, de compressor heeft een periode
van vijf minuten tussen de start en de
uitschakeling.
FUNCTIE ONTHOUDEN
Het apparaat onthoudt de vorige
instelling als de stekker in het
stopcontact zit. Het apparaat werkt in de
standaardinstelling wanneer het apparaat
is uitgeschakeld en de stekker uit het
stopcontact is getrokken.
AUTOMATISCHE HERSTART NA
STROOMSTORING
Het apparaat wordt automatisch
ingeschakeld en werkt als laatste
CONTINUE
AFVOER.
Steek de afvoerslang in de afvoeruitgang
en leg de slang naar een geschikte afvoer.
Dan zal er geen water in de watertank
verzamelen. Het apparaat kan dan continu
werken en zal niet uitschakelen als gevolg
van een volle watertank.
Bij continu afvoeren, moet de afvoerpijp
worden op de grond worden geplaatst.
Er mogen geen knikken of opstaande
delen in de afvoerpijp zijn, anders kan
het zijn dat de afvoer niet naar behoren
functioneert.
NL
51