2,4 GHz-frequentietabellen
In de volgende tabellen zijn de ontvangerkanalen, frequenties en latentietijd voor elke groep vermeld:
Groep 1: Kanalen 1-4 (latentietijd = 4,0 ms)
Groep/kanaal
Frequenties
1/1
2424 2425 2442 2443 2462 2464
1/2
2418 2419 2448 2450 2469 2471
1/3
2411 2413 2430 2431 2476 2477
1/4
2405 2406 2436 2437 2455 2457
Groep 3: Kanalen 1-8 (latentietijd = 7,3 ms)
Groep/kanaal
Frequenties
3/1
2415 2416 2443
3/2
2422 2423 2439
3/3
2426 2427 2457
3/4
2447 2448 2468
3/5
2409 2451 2452
3/6
2431 2462 2463
3/7
2404 2473 2474
3/8
2435 2477 2478
Werking ontvanger
Audioversterkingsregeling
De zenderversterking heeft een instelbereik van -20 dB tot +40 dB, in
stappen van 1 dB.
Tip: Probeer de instelling van 0 dB (unity gain [onversterkt]) als beginpunt en stel
vervolgens zo nodig de versterkingsfactor in.
1. Houd de knop mode op de ontvanger inge-
drukt er tot op het display dB verschijnt.
2. Druk op pijltjesknoppen up/down om de versterkingsfactor in te stel-
len. Voor een snellere afregeling houdt u de knoppen ingedrukt.
Opmerking: De intensiteit van de groene
oniveau. Snel knipperen duidt op audio-oversturing. Verminder de versterkingsfactor
om de overbelasting te verwijderen.
Bedieningselementen vergrendelen en ontgrendelen
De bedieningselementen van ontvanger en zender kunnen worden vergrendeld om onbedoelde of onbevoegde wijzigingen aan de instellingen te
voorkomen.
De volgende parameters worden niet beïnvloed door het vergrendelen van de bedieningselementen:
• De vergrendelingsstatus wordt niet gewijzigd door het aan/uit-schakelen
• Het bewerken en de functionaliteit van het stemapparaat blijven beschikbaar
• De aan/uit-schakelaar van de ontvanger wordt niet vergrendeld
Bedieningselementen ontvanger vergrendelen
Houd de knoppen 'group' en 'channel' tegelijkertijd ingedrukt voor het ver-
of ontgrendelen van de ontvanger.
• LK wordt weergegeven als een vergrendeld bedieningselement wordt
ingedrukt
• UN wordt kort weergegeven om het ontgrendelingscommando te
bevestigen
Extern-ID
Gebruik de functie Extern-ID voor het identificeren van gekoppelde zender- en ontvangerparen. Wanneer extern-ID actief is, knippert het LCD-scherm
van de ontvanger en wordt ID weergegeven. De status-LED van de bijbehorende zender knippert ongeveer 45 seconden afwisselend rood en groen.
Voor het activeren van extern-ID:
1. Druk kort op de knop 'link' op de zender of de ontvanger.
2. Het display van de gekoppelde ontvanger knippert en geeft ID weer en de
status-LED op de gekoppelde zender knippert afwisselend rood/groen.
3. Druk om de modus extern-ID af te sluiten kort op de knop
'link' of laat de functie een time-out ondergaan.
108
audio
-LED komt overeen met het audi-
Groep 2: Kanalen 1-5 (latentietijd = 7,3 ms)
Groep/kanaal
Frequenties
2/1
2423 2424 2443 2444 2473 2474
2/2
2404 2405 2426 2427 2456 2457
2/3
2410 2411 2431 2432 2448 2449
2/4
2417 2418 2451 2452 2468 2469
2/5
2437 2438 2462 2463 2477 2478
Groep 4: Kanaal 1 (latentietijd = 7,3 ms)
Groep/kanaal
Frequenties
4/1
2404 2405 2410 2411 2417 2418 2423 2424 2426 2427
2431 2432 2437 2438 2443 2444 2448 2449 2451 2452
2456 2457 2462 2463 2468 2469 2473 2474 2477 2478
link
group
mode
audio
mute
rf
channel
Aan/uit-schakelaar van zender vergrendelen
Begin met de zender op UIT in te stellen en houd dan de knop LINK
ingedrukt terwijl u de zender inschakelt. Herhaal deze volgorde om te
ontgrendelen.
Opmerking: De zenderstatus-LED knippert afwisselend rood/groen als een vergren-
delde schakelaar in de uit-stand wordt gezet.
link
group
mode
audio
mute
rf
channel