Indien de test geen uitsluitsel geeft, gebruik dan andere methoden om de
spanning te verifiëren.
7.
Ga er niet van uit dat de nul- of aardedraad veilig is om aan te raken. Verkeerd
of slecht aangesloten stroomkringen kunnen ertoe leiden dat draden worden
geladen.
8.
Wanneer u de detector gebruikt, houdt u de draad tegen het doorschijnende
detectiedeel. Ga er niet overheen.
9.
Voldoen aan lokale en nationale veiligheidsvoorschriften en -eisen.
10. De detector zal geen spanning detecteren als:
• De draad is afgeschermd, of de spanning is gelijkstroom.
• De operator is niet geaard of is geïsoleerd van een effectieve aarding.
11. Het is mogelijk dat de detector geen spanning detecteert als:
• De operator houdt de detector niet vast.
• De operator draagt handschoenen.
• De te testen draad is gedeeltelijk ingegraven of in een geaarde metalen leiding.
• De frequentie van de gedetecteerde spanning is geen perfecte sinusgolf en kan
vervormd zijn door harmonischen.
• De detector wordt gebruikt buiten de werkingsspecificaties (zie Technische
specificaties voor details).
FUNCTIES
1. NCV sensorkop
2. Zaklamp
3. Signaal-LED
4. Indicatorlampje modestatus
5. Aan/uit-knop
6. Knop zaklamp
7. Zak clip
8. Einde van de detector
ELEKTRISCHE SYMBOLEN
Overal beschermd door dubbele isolatie of versterkte isolatie
Wisselstroom
Opgelet, gevaar voor elektrische schokken
Waarschuwing!
In overeenstemming met de richtlijn van de Europese Unie
Geschikt voor het testen en meten van circuits aangesloten aan de bron
CAT IV
van de laagspanningsinstallatie MAINS van een gebouw.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. In-/uitschakelen van de detector
Druk kort op de knop
indicatielampje op het paneel zal oplichten, ten teken dat de detector aan staat en
klaar is voor gebruik. Het standaard detectiebereik voor wisselspanning is 90-1000V.
Houd de aan/uit-knop 2 seconden lang ingedrukt om de detector uit te schakelen. De
detector schakelt automatisch uit als hij 5 minuten niet wordt gebruikt.
2. De zaklamp aan/uit zetten
Druk kort op de knop
uit als de detector 5 minuten niet gebruikt wordt.
3. AC spanningsdetectie
Plaats de sensorkop in de buurt van het testobject of het stopcontact met
1
2
3
4
. De zoemer zal tweemaal piepen, en het rode
om de zaklamp aan of uit te zetten. Hij gaat automatisch
5 6
7
NL
8
21