Inrijden
De eerste kilometers, van 0 tot 1600 km,
zijn de allerbelangrijkste in het leven van
een motor. Lees daarom zeer aandachtig
alles wat volgt.
Omdat de motor nog nieuw is, mag hij de
eerste 1600 km niet worden overbelast.
De diverse motoronderdelen slijten en
passen zich aan elkaar aan om synchroon
te werken, met de juiste spelingen. In de
inloopperiode moet u vermijden om lang-
durig met het volle motorvermogen te rij-
den of andere situaties die oververhitting
van de motor kunnen veroorzaken.
0–1000 km
Vermijd langdurig laten draaien op een
hoger toerental dan 7500 t/m.
OPGELET
Na de eerste 1000 km ververst u de mo-
torolie en vervangt u het filterelement
of de vulling van het oliefilter.
Gebruik en belangrijke informatie voor het rijden
1000–1600 km
Laat de motor niet langdurig draaien op
een hoger toerental dan 8500 t/m.
1600 km en meer
Nu kunt u de motor op de normale manier
gebruiken.
OPGELET
• Laat de motor niet op de hoogste
toerentallen per minuut draaien.
• Als de motor problemen heeft tij-
dens de inloopperiode, laat u het
voertuig onmiddellijk controleren
door een dealer van Benelli.
5 - 3
Parkeren
Als u parkeert, zet u de motor uit en haalt
u de sleutel uit contactslot.
WAARSCHUWING
• De motor en het uitlaatsysteem
kunnen heel heet worden. Parke-
er op plaatsen waar voetgangers
of kinderen ze niet gemakkelijk
kunnen aanraken en zich kunnen
verbranden.
• Parkeer niet op hellingen of op
een mulle ondergrond waarop het
voertuig kan omvallen wat het ri-
sico op brandstoflekken en brand
verhoogt.
• Parkeer niet naast gras of ander
licht ontvlambaar materiaal dat
brand kan veroorzaken.
NL
5