V
e
i
l
i
g
h
e
V
e
i
l
i
g
h
e
Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen,
die met deze machine werken, door.
Kinderen en jongeren onder 16 jaar en personen, die
de gebruiksaanwijzing niet gelezen hebben, mogen
de machine niet bedienen.
Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed.
Volg
de
ingesloten
instructies".
Veiligheidsinstructies voor roerwerken
a) Houd het elektrische gereedschap met beide handen
aan de voorziene handvatten vast. Controleverlies kan
letsels veroorzaken.
b) Om een gevaarlijke atmosfeer te vermijden, moet bij het
mengen van brandbare stoffen voor voldoende ventila-
tie gezorgd worden. Dampen kunnen geïnhaleerd of onts-
token worden door vonken van elektrisch gereedschap.
c) Roer geen levensmiddelen. Elektrisch gereedschap en de
bijbehorende hulpstukken zijn niet bedoeld voor de verwer-
king van levensmiddelen.
d) Houd het netsnoer uit de buurt van het werkgebied. Het
netsnoer kan vast komen te zitten in de roerpaddel.
e) Zorg voor een stabiele en veilige positie van de ro-
ertank. Een tank die niet goed vast staat, kan onverwacht in
beweging komen.
f) Zorg ervoor dat er geen vloeistof tegen de behuizing
van het elektrische gereedschap spat. Vloeistoffen die in
het elektrische gereedschap terechtkomen, kunnen schade
en elektrische schokken veroorzaken.
g) Volg de instructies en veiligheidsvoorschriften voor het
te roeren materiaal. Het te roeren materiaal kan schadelijk
voor de gezondheid zijn.
h) Als het elektrische gereedschap in het te roeren mate-
riaal valt, trek dan onmiddellijk de stekker uit het stop-
contact en laat het apparaat door gespecialiseerd per-
soneel controleren. Als u in de tank grijpt terwijl het elektri-
sche gereedschap nog met het stopcontact verbonden is,
kan dit leiden tot een elektrische schok.
i) Grijp tijdens het roeren niet met uw handen in de
roertank en breng geen voorwerpen in de roertank.
Contact met de roerpaddel kan ernstige letsels veroorzaken.
j) Start en stop het elektrische gereedschap alleen in de ro-
ertank. De roerpaddel kan op ongecontroleerde wijze wegs-
lingeren of krombuigen.
Verdere veiligheidsinstructies zijn te vinden in de bijge-
voegde brochure "Algemene veiligheidsinstructies ".
verdere veiligheidsinstructies
"Veiligheid van personen"
Gebruik het apparaat alleen voor doeleinden, waarvoor het
is gemaakt (zie "Reglementaire toepassing" en "Werken
met het roerapparaat").
Cement en bijkomende stoffen niet aanraken,
inademen (stofvorming) of innemen. Bij het vullen en
i
d
s
i
n
s
t
r
u
c
t
i
e
s
i
d
s
i
n
s
t
r
u
c
t
i
e
s
"Algemene
veiligheids-
ledigen van de mengbak persoonlijke veiligheidskleding
(handschoenen, veiligheidsbril, stofmasker) dragen.
Houd andere personen en dieren van uw werkbereik weg.
Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het
gereedschap of de kabel niet aanraken.
Onderbreek het gebruik van de machine, wanneer
personen, vooral kinderen of huisdiren, in de buurt zijn en
wanneer u het werkbereik wisselt.
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaren die tegenover andere personen of hun eigendom
optreden.
De bedienende persoon is binnen het arbeidsbereik van de
machine verantwoordelijk ten opzichte van derden.
Zet het toestel nooit aan, terwijl niet betrokken personen in
de buurt zijn.
verdere veiligheidsinstructies
"Gebruik en behandeling van het elektrisch werktuig"
Laat de apparaat nooit zonder toezicht .
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de juiste
wijze aangebracht en verander niets aan de machine wat
de veiligheid in gevaar kan brengen.
Apparaat resp. onderdelen van het apparaat niet
veranderen.
Schakel de machine uit en neem de steker uit
het stopcontact bij:
reparatiewerkzaamheden
−
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
−
verwijderen van storingen
−
controle van de aansluitleidingen, of deze
−
verstrengeld of beschadigd zijn
transport
−
het verlaten (ook voor een korte tijd)het verlaten (ook
−
voor een korte tijd)
ongewone geluiden en trillingen
−
Onderhoudt uw roerapparaat met zorgvuldigheid:
Let erop dat de luchtopeningen schoon zijn
−
Hou de handgrepen vrij van vet en olie.
−
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
Voor het verdere gebruik van de machine moeten alle
−
veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden op de
juiste montage en het goed functioneren.
Controleer of alle bewegende delen van de machine
−
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
Beschadigde bescherminrichtingen en delen moeten,
−
indien
noodzakelijk,
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
Met uitzondering indien in de gebruiksaanwijzing anders
aangegeven.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te
−
worden vervangen.
Bewaar ongebruikte apparaten op een droge, afgesloten
plaats buiten de reikwijdte van kinderen op.
verdere veiligheidsinstructies "Elektrische veiligheid"
De aansluitkabel moet volgens IEC 60245 (H 07 RN-F) zijn,
met een draad doorsnede van minstens:
⇒ 3 x 1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
⇒ 3 x 2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
door
een
erkende
74