NL
SPECIFIEKE INSTRUCTIES VOOR DE
ONGEVALLENPREVENTIE
ATTENTIE!
GEBRUIK HET GEREEDSCHAP MET BEIDE
HANDEN
Om uw veiligheid te garanderen, moet dit gereedschap met
beide handen gebruikt worden. Het mag niet gebruikt worden
terwijl men op een ladder of een trap staat.
Als dit gereedschap gebruikt moet worden terwijl men op een
zekere hoogte werkt, moet een stabiel platform of een stabiele
steiger met leuningen en schopplaten gebruikt worden.
WAARSCHUWING!
Sommige houten en houtachtige producten, met name
MDF (Medium Density Fibreboard), kunnen stof produceren
dat gevaarlijk voor uw gezondheid kan zijn. Wanneer u
deze machine gebruikt, adviseren wij toepassing van een
goedgekeurd gezichtsmasker met vervangbare filters, alsmede
het gebruik van de voorziening voor stofafzuiging.
GEVAAR
a) Let op dat u de handen nooit in de buurt van het zaaggebied
en het blad brengt. Pak met de vrije hand de hulphandgreep
of de motorbehuizing beet. Als de machine met beide
handen wordt vastgehouden, voorkomt u dat u zich aan het
blad snijdt.
b) Strek de handen niet uit onder het werkstuk. De beschermkap
kan u niet tegen het blad onder het werkstuk beschermen.
c) Regel de zaagdiepte op basis van de dikte van het werkstuk.
Onder het werkstuk moet minder dan een tand van het blad
te zien zijn.
d) Houd het te bewerken stuk nooit tussen de handen of op
de benen. Bevestig het werkstuk op een stabiel vlak. Het
is belangrijk dat het werkstuk correct ondersteund wordt
om blootstelling van het lichaam, vastlopen van het blad of
verlies van controle tot een minimum te beperken.
e) Houd het gereedschap vast bij de geïsoleerde oppervlakken
wanneer werkzaamheden worden uitgevoerd waarbij het
gereedschap in contact kan komen met verborgen kabels
of met het eigen netsnoer. Contact met een onder spanning
staande kabel laadt ook de metalen onderdelen van het
gereedschap en kan een elektrische schok bij de gebruiker
veroorzaken.
f) Wanneer in de vezelrichting wordt gezaagd, gebruik dan altijd
een langsgeleider of een rechte randgeleider. Dit verbetert
de zaagprecisie en vermindert het risico van vastlopen van
het blad.
g) Gebruik altijd bladen met de juiste maat en vorm
(diamantvorm i.p.v. ronde vorm) van de insteekopening van
de as. Bladen die niet geschikt zijn voor deze zaag, zullen
met een excentrieke beweging draaien, wat verlies van
controle veroorzaakt.
h) Gebruik nooit beschadigde of ongeschikte bladsluitringen
of -bouten. De sluitringen en de bouten zijn speciaal voor
deze zaag ontworpen, om optimale prestaties en een veilige
werking te leveren.
TERUGSLAG: OORZAKEN EN RAADGEVINGEN OM
ZICH TE BESCHERMEN
• Terugslag is een onverwachtse reactie op een geblokkeerd,
vastgelopen of slecht uitgelijnd blad dat een ongecontroleerde
opwaartse beweging en uittreding van het blad uit het
werkstuk in de richting van de gebruiker veroorzaakt.
• Wanneer het blad is vastgeklemd of vastgelopen in de snede
die zich sluit, houdt het op met werken en doet de reactie
van de motor de machine onverwachts naar de gebruiker toe
verplaatsen.
• Als het blad kromtrekt of slecht is uitgelijnd in de snede,
zetten de achterste tanden van het blad zich vast in het
bovenste oppervlak van het hout, waardoor het blad uit de
snede wordt getrokken en zich richting gebruiker verplaatst.
Terugslag is het resultaat van een verkeerd gebruik
van het gereedschap en/of niet correcte procedures of
werkomstandigheden, welke vermeden kunnen worden door de
hieronder beschreven voorzorgsmaatregelen te treffen.
a) Houd de zaag met beide handen stevig beet en plaats de
armen dusdanig dat de terugslagkracht weerstaan kan
worden. Plaats uw lichaam opzij van het blad, dus niet in
lijn met het blad. De terugslag kan de zaag achteruit doen
springen, maar de terugslagkracht kan door de gebruiker
gecontroleerd worden, als de juiste voorzorgsmaatregelen
worden genomen.
b) Wanneer het blad vastloopt of wanneer het zagen om welke
reden dan ook wordt onderbroken, laat dan de trekker los
en houd de zaag in het materiaal totdat het blad compleet
gestopt is. Probeer nooit om de zaag uit het werkstuk te
verwijderen of de zaag achteruit te trekken terwijl het blad
beweegt, want men riskeert dan terugslag. Zoek de oorzaak
van het vastlopen van het blad en elimineer deze.
c) Wanneer de zaag weer wordt opgestart in het werkstuk,
centreer dan het zaagblad in de zaagsnede en controleer of
de zaagtanden niet in het materiaal vastzitten. Als het blad
vastloopt, kan het omhoog lopen of terugspringen van het
werkstuk zodra de zaag weer wordt opgestart.
d) Ondersteun panelen met grote afmetingen om de kans op
vastlopen van het blad en terugslag tot een minimum te
beperken. Grote panelen hebben de neiging om onder hun
eigen gewicht door te zakken. Er moeten aan beide kanten
steunen onder de panelen worden geplaatst, in de buurt van
de snijlijn en de rand van het paneel.
e) Gebruik geen versleten of beschadigde bladen. Niet
geslepen of slecht opgescherpte bladen produceren een
smalle zaagsnede die overmatige wrijving, vastlopen en
terugslag van het blad veroorzaakt.
f) De grendelhefbomen van de bladdiepte en de afschuining
moeten goed aangetrokken en bevestigd zijn alvorens
een snede te maken. Als de bladafstelling zich tijdens het
zagen verplaatst, kan vastlopen en terugslag van het blad
veroorzaakt worden.
g) Let bijzonder op wanneer een "insteeksnede" wordt gemaakt
in wanden of andere blinde zones. Het uitstekende blad kan
voorwerpen snijden die terugslag kunnen veroorzaken.
50