Veiligheidsvoorschriften
1.
Veiligheidsvoorschriften voor het
Airless-spuiten
1.1
Uitleg van de gebruikte symbolen
Deze handleiding bevat informatie die u moet lezen en begrijpen
voordat u het toestel gebruikt. Wanneer u bij een gedeelte aankomt
dat een van de volgende symbolen bevat, dient u extra voorzichtig te
werk te gaan en de informatie te allen tijde op te volgen.
Dit symbool geeft een mogelijk gevaar aan
dat ernstig persoonlijk letsel of zelfs de
dood tot gevolg kan hebben. Belangrijke
veiligheidsinformatie volgt.
Dit symbool geeft een mogelijk gevaar aan ten
opzichte van uzelf of het toestel. Belangrijke
informatie volgt over hoe u schade aan het toestel
respectievelijk kleiner persoonlijk letsel kunt
Let op
voorkomen.
Gevaar voor verwondingen door injectie
Brandgevaar
Explosiegevaar
Giftige en/of ontvlambare dampmengsels. Gevaar
voor vergiftiging en verbranding
Op deze plaatsen wordt belangrijke informatie
i
gegeven waar speciale aandacht aan dient te
worden gegeven.
GEVAAR: Persoonlijk letsel door injectie -
Attentie: gevaar voor verwondingen door injectie!
Een vloeistofstraal onder hoge druk afkomstig uit
dit apparaat is krachtig genoeg om de huid en het
onderliggende weefsel binnen te dringen, hetgeen
kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel waarbij zelfs
amputatie noodzakelijk kan blijken.
Behandel een spuitverwonding niet als een gewone
snijwond. Bij huidletsel door bedekkingsmateriaal
direct een arts raadplegen voor een snelle,
deskundige behandeling. Informeer de arts over het
gebruikt bedekkingsmateriaal of oplosmiddel.
PREVENTIE:
• NOOIT het pistool op een lichaamsdeel richten.
• NOOIT een lichaamsdeel in de vloeistofstraal houden.
NIET met een lichaamsdeel een eventuele lekkage in de
vloeistofslang proberen af te dichten.
• NOOIT uw hand voor het pistool houden. HanESChoenen
geven geen bescherming tegen persoonlijk letsel door injectie.
• ALTIJD de trekker van het pistool vergrendelen, de
compressor uitschakelen en de druk laten ontsnappen
voordat u het apparaat een onderhoudsbeurt geeft,
de spuitmond of beschermkap daarvan schoonmaakt,
de spuitmond verwisselt of het apparaat onbeheerd
achterlaat. Uitschakelen van de compressormotor betekent
niet automatisch dat het systeem drukloos wordt. De
PRIME/SPRAY (doorspuiten/spuiten) selectiehendel of
ontluchtingsventiel moeten in de juiste stand gezet worden
om de druk van het systeem te laten ontsnappen.
NL
• ALTIJD de beschermkap van de spuitmond tijdens het spuiten
op zijn plaats laten. De beschermkap van de spuitmond
geeft enige bescherming, maar is hoofdzakelijk een
waarschuwingsmiddel.
• ALTIJD de spuitmond verwijderen alvorens het systeem door
te spoelen of te reinigen.
• NOOIT een spuitpistool gebruiken waarvan de vergrendeling
van de trekker niet werkt en de beschermkap van de trekker
niet op de juiste plaats zit.
• Alle accessoires dienen minimaal geschikt te zijn voor
gebruik op de maximale toegestane bedrijfsdruk van de
spuitinstallatie. Dit geldt tevens voor de spuitmonden,
pistolen, verlengstukken en slang.
GEVAAR: Hogedrukslang -
Er kan lekkage in de verfslang ontstaan ten gevolge
van slijtage, knikken van de slang of verkeerd
gebruik. Een lek kan de oorzaak zijn van het feit dat
spuitlak in de huid terechtkomt. Controleer de slang
voor elk gebruik.
PREVENTIE:
• Hogedrukslang vóór elk gebruik grondig controleren.
• Vervang een beschadigde hogedrukslang onmiddellijk.
• Probeer nooit een defecte hogedrukslang zelf te repareren!
• Vermijd scherpe bochten en knikken. De kleinste buigstraal
mag ongeveer 20 cm bedragen.
• Rijd niet over de hogedrukslang en bescherm deze tegen
scherpe voorwerpen en kanten.
• Nooit aan de hogedrukslang trekken om het toestel te bewegen.
• Hogedrukslang niet verdraaien.
• Hogedrukslang niet in oplosmiddel leggen. Buitenkant alleen
met een doordrenkte doek afvegen.
• Hogedrukslang zo leggen, dat er geen struikelgevaar bestaat.
Gebruik voor een goede en veilige werking
i
en een lange levensduur uitsluitend originele
hogedrukslangen van WAGNER.
GEVAAR: Explosie en brand -
Ontvlambare dampen, zoals oplosmiddelen en
verfdampen kunnen ontsteken of exploderen in de
werkruimte.
PREVENTIE:
• Gebruik de apparatuur alleen in een goed geventileerde
ruimte. Zorg voor een goede toevoer van verse lucht die door
de ruimte wordt verplaatst om de lucht binnen de sprayzone
vrij van opgehoopte ontvlambare dampen te houden. Bewaar
de pompeenheid in een goed verluchte ruimte. Spuit niet op
de pompeenheid.
• Vul de brandstoftank niet wanneer de motor draait of
warm is; schakel de motor uit en laat afkoelen. Brandstof is
ontvlambaar en kan ontsteken of exploderen op een warm
oppervlak.
• Verwijder alle ontstekingsbronnen, zoals waakvlammen,
sigaretten, draagbare elektrische lampen en kunststof
druppelvangers (mogelijke statische vonkoverslag).
• Houd het werkgebied vrij van afval, inclusief oplosmiddelen,
poetslappen en benzine.
• Haal geen stekkers uit stopcontacten, steek geen stekkers in
stopcontacten en doe de verlichting niet aan of uit met de
schakelaars als er brandbare dampen aanwezig zijn.
• Aard alle apparatuur en geleidingsvoorwerpen in de
werkomgeving. Zorg ervoor dat de aardingskabel op zijn
plaats zit en in contact is met de aarde.
• Gebruik alleen geaarde slangen.
• Houd het pistool stevig tegen de zijkant van een geaarde
emmer gedrukt terwijl u in de emmer spuit
18
LineCoat 800