Markeringen aanbrengen
Om het pistool te aarden, houdt het bij het
doorspoelen tegen de rand van een metalen
container. Indien u dit niet doet, kan dit leiden tot
een ontlading van statische elektriciteit hetgeen
brand tot gevolg kan hebben.
17. Haal de trekker van het pistool over in de afvalcontainer tot
al de lucht en het oplosmiddel is verdwenen en er verf uit het
pistool komt.
18. Vergrendel het pistool door de trekkerblokkering in de
vergrendelde stand te zetten.
19. Draai de drukbedieningsschakelaar volledig tegen de wijzers
van de klok in naar de laagste stand.
20. Schakel de spuitmachine uit.
21. Breng de spuitkopbescherming en spuitkop aan op
het pistool zoals aangegeven in de handleiding van de
spuitkopbescherming of de spuitkop.
GEVAAR: PERSOONLIjK LETSEL DOOR INjECTIE.
Zorg dat tijdens het spuiten de beschermkap van
de spuitmond steeds op zijn plaats blijft. Activeer
het spuitpistool alleen wanneer de spuitmond in de
stand doorspuiten of spuiten staat. Vergrendel altijd
de trekker van het pistool alvorens de spuitmond te
verwijderen, deze te vervangen of deze te reinigen.
22. Schakel de spuitmachine in.
23. Verhoog de druk door de drukbedieningsknop traag met de
wijzers van de klok mee te draaien. Test het spuitpatroon en
de positie van de lijn op een lang stuk teerpapier of karton.
a. Stel de drukbedieningsschakelaar af tot het spuitpatroon
volledig verneveld is. Probeer de drukbedieningsschakelaar
op de laagste stand te houden die een goede verneveling
oplevert.
i
Indien u de druk hoger zet dan nodig is om de verf
te vernevelen, zal dit vroegtijdige slijtage van de
spuitmond en overbeneveling tot gevolg hebben.
b.
Controleer de breedte en positie van de lijn. Zie de procedure
"Opstelling" die eerder is beschreven in dit onderdeel als de
positie van het spuitpistool moet worden gewijzigd.
24. Zorg ervoor dat het spuitpistool volledig wordt afgesloten
wanneer u de trekker van het pistool loslaat. Zie de procedure
"De spanning van de trekker afstellen" (onderdeel 3.2) als de
spanning van de trekker moet worden gewijzigd.
4.1
De Frontgieter bedienen
De frontgieter op de kar is ontworpen om de verstuiver een rechte
lijn te laten trekken of om een vrije beweging toe te laten. Van achter
de verstuiver gezien, bestuurt de trekker aan het linkerhandvat van
de kar de werking van de frontgieter.
1. Om de frontgieter in de rechte lijnpositie te vergrendelen,
haal de trekker van de gieter over, laat het daarna los en duw
de verstuiver voort.
2. Om de frontgieter vrij te laten bewegen, haal de trekker over
en hou het in deze positie.
NL
Als u het gietsysteem vooraan in de vrij
i
bewegingsmodus wilt vergrendelen, haalt u de
trekker over en houdt u deze vast en drukt u
dan op de vergrendelingsknop aan de zijkant
van de trekker. Zodra u de vergrendelingsknop
hebt ingedrukt, kunt u de trekker van de gieter
loslaten. Druk op de trekker van de gieter om de
vergrendelingspen los te maken.
4.2
Procedure voor het drukloos maken van de
installatie
Volg de procedure voor het drukloos maken van de
installatie wanneer u de spuitinstallatie uitschakelt
om een bepaalde reden, zoals ten behoeve van
een onderhoudsbeurt of het aanpassen van een
onderdeel van het spuitsysteem, het verwisselen of
schoonmaken van spuitmonden of klaarmaken om
te reinigen.
1. Vergrendel het pistool door de trekkerblokkering in de
vergrendelde stand te zetten.
2. Schakel de spuitmachine uit door de AAN/UIT-schakelaar van
de pomp in de UIT -stand te zetten..
3. Schakel de motor uit door de AAN/UIT-schakelaar van de
motor in de UIT-stand te zetten..
4. Draai de drukbedieningsknop tegen de wijzers van de klok in
naar de laagste drukinstelling.
5. Verwijder de grendel van de trekker door de trekkerblokkering
in de ontgrendelde stand te zetten.
6. Houd het metalen deel van het pistool stevig vast aan de
zijkant van een metalen container om het pistool te aarden en
opbouw van statische elektriciteit te vermijden.
7. Haal de trekker van het pistool over om alle druk die zich nog
in de slang bevindt te verwijderen.
8. Vergrendel het pistool door de trekkerblokkering in de
vergrendelde stand te zetten.
9. Verplaats de PRIME/SPUIT-klep naar de stand PRIME.
4.3
Hantering van de hogedrukslang
Het apparaat is met een speciaal voor zuigerpompen geschikte
hogedrukslang uitgerust.
Gevaar voor verwonding door lekke hogedrukslang.
Vervang een beschadigde hogedrukslang onmiddellijk.
Probeer een defecte hogedrukslang nooit zelf te
repareren!
De hogedrukslang moet zorgvuldig worden behandeld. Vermijd
scherpe bochten en knikken. De kleinste buigstraal mag ongeveer 20
cm bedragen.
Rijd niet over de hogedrukslang en bescherm deze tegen scherpe
voorwerpen en kanten.
Nooit aan de hogedrukslang trekken om het toestel te bewegen.
Let erop dat de hogedrukslang niet verdraaid wordt. Dit kan
verhinderd worden door een Wagner-spuitpistool met draaigeleiding
en een slangtrommel te gebruiken.
Bij oude hogedrukslangen stijgt het risico op
i
beschadigingen. Wagner raadt aan, de hogedruk-
slang na 6 jaar te vervangen.
Gebruik uitsluitend originele hogedrukslangen van
i
WAGNER voor een goede en veilige werking en een
lange levensduur.
24
LineCoat 800