NL
5.5
De druk in niet aangesloten slangen of gereedschappen opheffen
5.5.1
Algemeen
Door temperatuursverschillen kan een overdruk ontstaan in niet gekoppelde slangen en
gereedschappen. Deze overdruk kan koppelen onmogelijk maken. Met behulp van het
drukontlastgereedschap kan deze overdruk weggenomen worden. Deze accessoire is verkrijgbaar voor
alle Holmatro slangensystemen en wordt standaard bij elke pomp meegeleverd.
LET OP
Wij raden u aan om meerdere exemplaren voorradig te hebben.
5.5.2
Quick-Lock-systeem
Zie Fig. 6.
•
Draai de knop van het drukontlastgereedschap linksom om ruimte voor de koppeling te maken.
•
Druk het drukontlastgereedschap op de koppeling van de slang of het gereedschap.
•
Wikkel een doek om het drukontlastgereedschap. Laat hierbij de knop vrij voor bediening.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de doek alle olieopeningen bedekt; zonder een doek kan er een wolk olie
ontstaan.
•
Draai de knop rechtsom om de druk op te heffen. Hierbij komt wat olie vrij.
•
Draai de knop linksom en verwijder het drukontlastgereedschap van de koppeling.
6
Gebruik
6.1
Algemeen
Controleer de apparatuur op compleetheid en beschadigingen. Gebruik de apparatuur niet als deze
beschadigd is; neem in dit geval contact op met de Holmatro-dealer.
WAARSCHUWING
Zorg dat u alle veiligheidsvoorschriften kent en dat u het gebruik beheerst van alle
apparatuur van het systeem waarmee u gaat werken.
6.2
Voorafgaand aan het gebruik
•
Inspecteer de messen. Gebruik ze niet als ze beschadigd zijn.
•
Controleer de werking van de dodemansgreep en of deze automatisch naar de '0'-stand terugkeert.
•
Controleer de draagbeugel. Deze moet stevig bevestigd zijn.
•
Controleer of de beschermhuls nog aanwezig en onbeschadigd is.
•
Koppel de hydraulische slangen. Zie hoofdstuk 5.2.
•
Start de hydraulische pomp.
6.3
Knippen ICU05A10 en ICU10A10
•
Plaats de messen haaks op de te knippen kabel.
•
Let er op dat het mes in de groef van de mesgeleider schuift voordat de massieve kern geknipt
wordt.
•
Controleer tijdens het knippen dat geen materiaal in de mesgeleiding terecht komt waardoor het
mes vast loopt in de mesgeleiding.
16
916.000.905_002
ICU05/10