BEDIENING
Meeluisteren tijdens opnemen
Bij gebruik van een 3-koppen cassettedeck bestaat de mogelijkheid
om tijdens opnemen het geluid te beluisteren zoals het op de band
is opgenomen. Deze funktie maakt het mogelijk tijdens opnemen
de geluidskwaliteit en het opnameniveau te kontroleren en wordt
daarom "nabandkontrole" genoemd. Voor het meeluisteren tijdens
opnemen, dient u de ingangskeuzetoetsen van dit apparaat in te
stellen op het cassettedeck waarop wordt opgenomen.
e Wanneer wordt opgenomen met het cassettedeck dat aangesloten
is op de TAPE 1/DAT aansluitingen: Zet de schakelaar op [TAPE
1/DAT].
@Wanneer wordt opgenomen met het cassettedeck dat aangesloten
is op de TAPE 2/MONITOR (ADPT) aansluitingen: Zet de schakelaar
op [TAPE 2 MONITOR].
OPMERKING:
Het beluisteren van het geluid van de bron die met de TAPE 1/DAT
aansluitingen is verbonden is niet mogelijk tiidens opname van de
LINE, PHONO of TAPE 2 MONITOR bron.
| KOPIEREN VAN BANDOPNAMEN
Wanneer twee decks gebruikt worden, bent u in staat het
weergegeven geluid van één deck op het andere deck op te nemen.
Voorbeelden van gebruik:
e@Bandmontage bij een opname van een FM-uitzending om
ongewenste reklameboodschappen buiten de opname te houden,
of opnemen van alleen het gewenste gedeelte op een ander
cassettedeck.
1. Plaats de weergavecassette (voorbespeelde cas-
sette) en de opnamecassette (blanko cassette) in
de respektievelijke cassettedecks.
2. Kies de kopiéerrichting met de bronkeuzetoetsen
en de TAPE 2 MONITOR toets. (Zet de REC SELEC-
TOR schakelaar op SOURCE.)
eBij kopiéren
van
het cassettedeck
van
de TAPE
1/DAT
@ Bij kopiéren van het cassettedeck van de TAPE 2/MONITOR
(ADPT) aansluitingen op het cassettedeck aangesloten op de
TAPE 1/DAT aansluitingen: Zet de TAPE 2 MONITOR toets op
ON en de bronkeuzeschakelaar op een andere stand dan TAPE
1/DAT.
3. Zet de cassettedecks in de juiste stand om met
kopiéren te beginnen.
Zet hiervoor het cassettedeck met de onbespeelde cassette in
de opnamestand en het cassettedeck met de voorbespeelde
_Cassette in de weergavestand.
60
<ARE7042>
Du/Sw
ANVANDNING
Medh6rning vid inspelning
Vid anvandning av ett kassettdack med 3 separata tonhuvuden kan
det just inspelade ljudet aterges under pagdende inspelning som
kontroll (kallas "medh6rning"). Vid medhdérning ska denna apparats
ingangsvaljarna stallas i !Aget for det kassettdack som anvands for
inspelning.
e Vid inspelning med kassettdack anslutet till uttagen TAPE 1/DAT:
Valj laget [TAPE 1/DAT].
eVid inspelning med kassettdack anslutet till uttagen TAPE 2/
MONITOR (ADPT): Valj laget [TAPE 2 MONITOR].
OBSERVERA:
Vid inspelning fran apparaten ansluten till uttaget LINE, PHONO
eller TAPE 2 MONITOR, ar medhérning inte mdjlig for den apparat
som har anstlutits till uttaget TAPE 1/DAT.
| BANDKOPIERING
Genom att anvanda tva kassettdack kan Ijudet fran det ena bandet
kopieras Gver till det andra.
Anvandningsexempel:
eKopiering av ett band med samma innehall.
@ Redigerad kopiering som borttagning av prat mellan styckena i
en inspelning fran ett radioprogram och inspelning av endast
Onskat material pa ett annat band.
1. Satt in kassetterna fér avspelning (ett inspelat
band) och inspelning (ett tomt band) i respektive
kassettdack.
2. Valj kopieringsriktning med ingangsvaljarna och
TAPE 2 MONITOR-knappen. (Satt REC SELECTOR-
valjaren i SOURCE-lage.)
e Vid kopiering fran kassettdacket anslutet till uttaget TAPE 1/
DAT till kassettdacket anslutet till uttaget TAPE 2/MONITOR
(ADPT): Satt ingangsvaljaren i TAPE 1/DAT-lage och slapp ut
TAPE 2 MONITOR-knappen till OFF-lage.
eVid kopiering fran kassettdacket anslutet till uttaget TAPE 2/
MONITOR (ADPT) till kassettdacket anslutet till uttaget TAPE
1/DAT: Tryck in TAPE
2 MONITOR-knappen till ON-lage och
valj nagot annat lage 4n TAPE 1/DAT med ingangsvaljarna.
3. Man6vrera kassettdacken fér att starta kopiering.
Stall in kassettd4cket med den nya kassetten fdr inspelning och
det med originalbandet fér avspelning.