Nederlands
2. Controleren van de kettingspanning van de
zaagketting
○ Als de kettingspanning verkeerd is, kan de zaagketting
of het zwaard beschadigd raken en mogelijk foutief
functioneren. Zie de stappen 5 t/m 7 in "Aanbrengen
(vervangen) van de zaagketting" om de kettingspanning
juist af te stellen.
○ Vooral wanneer de zaagketting nieuw is, zit er nog
veel rek in en moet u de kettingspanning regelmatig
controleren en afstellen.
○ Controleer ook of de moer goed is vastgedraaid.
3. Controleren van de kettingolie
○ Bij de afl evering zit er geen kettingolie in het
gereedschap. Controleer voor gebruik of de olietank is
gevuld met de bijgeleverde kettingolie. (Afb. 15)
○ Controleer tijdens het werk regelmatig het oliepeil in
het oliekijkglas en vul indien nodig olie bij.
○ Als de bijgeleverde kettingolie op is, kunt u los
verkrijgbare HiKOKI kettingolie gebruiken of een
gelijkwaardige kettingolie die in de handel verkrijgbaar
is.
○ De kettingolie smeert de ketting automatisch.
De toegevoerde hoeveelheid kettingolie voor de
automatische smering is op de fabriek op de maximale
waarde ingesteld.
Om de afvoersnelheid te verlagen, draait u de regelaar
van de oliepomp aan de rechterkant van het oliekijkglas
met de klok mee. (Afb. 16)
OPMERKING
○ De inhoud van de olietank is ongeveer 70 ml.
Zorg ervoor dat de olietank niet lekt of overstroomt bij
het bijvullen van de kettingolie.
○ Wij bevelen u aan altijd reserveolie bij de hand te
hebben.
Als u doorgaat met het werk terwijl er geen kettingolie
meer in het gereedschap is, kan de zaagketting
doorbranden of de motor defect raken.
○ Wees voorzichtig dat er geen stof of andere
verontreinigingen in de olietank terechtkomen.
Als stof of andere verontreinigingen in de olietank
terechtkomen, kan het gereedschap defect raken.
○ Als gevolg van de constructie van het gereedschap kan
eventuele kettingolie die in de tank achterblijft gaan
lekken. Hoewel dit niet op een foutieve werking van het
gereedschap duidt, kan de opslagplaats hierdoor vuil
worden, dus wees voorzichtig.
Bij het opbergen van het gereedschap laat u alle
olie uit de olietank lopen en zet een bak onder het
gereedschap om eventuele lekkage van olie op te
vangen.
○ Vul de olie bij na elke 10 minuten. (*hangt af van de
zaaggebruiksomstandigheden)
4. Plaatsen van de accu (Afb. 5)
Druk stevig op de accu totdat deze op de plaats
vastklikt, zoals aangegeven in Afb. 5.
LET OP
Bevestig de accu stevig.
Als de accu niet stevig is bevestigd, kan deze losraken
en letsel veroorzaken.
5. Controleren van de werking van de kettingrem
(Afb. 17)
WAARSCHUWING
○ Hoewel de kettingrem een noodstopvoorziening is,
mag u er niet blindelings op vertrouwen. Bedien de
kettingriem voorzichtig om de kans op terugslag te
vermijden.
○ De kettingrem is bedoeld voor gebruik in noodsituaties
en tijdens het opstarten. Gebruik deze niet te pas en te
onpas.
○ Om te voorkomen dat de kettingrem niet goed werkt
als gevolg van opeenhoping van zaagsel enz., moet u
deze regelmatig schoonmaken.
○ De kettingrem is een belangrijk onderdeel voor een
veilig gebruik van het gereedschap.
Als u zich zorgen maakt met betrekking tot de
kettingrem, vraag dan reparatie aan bij uw erkend
HiKOKI-servicecentrum.
De kettingrem is een noodstopvoorziening die de
zaagketting stopt wanneer het gereedschap blootgesteld
wordt aan terugslag enz. en kan op deze wijze een
gevaarlijke situatie voorkomen.
(Zie "Oorzaken en voorkomen van terugslag".)
Duw de kettingrem in de richting die wordt aangegeven
door de pijl (
) om de kettingrem in te schakelen en de
zaagketting te stoppen. Om de kettingrem vrij te geven,
laat u de schakelaar los en trekt u de kettingrem terug.
LET OP
De kettingrem werkt alleen wanneer de stroom is
ingeschakeld. Controleer de kettingremfunctie op een
plaats waar zich geen mensen of obstakels in de buurt
bevinden.
(1) Druk op de schakelaar terwijl u de ontgrendelingshendel
verschuift.
(2) Wanneer de zaagketting begint te draaien, duwt u de
kettingrem naar voren in de richting van de zaagketting.
(3) Als de zaagketting stopt, werkt de kettingrem zoals het
hoort. Om de rem vrij te geven, laat u de schakelaar los
en trekt u de kettingrem terug.
6. Controleren van de toevoer van de kettingolie
(Afb. 18)
○ Wanneer het gereedschap wordt ingeschakeld,
smeert de kettingolie automatisch de zaagketting en
het zwaard.
○ Als er geen olie naar buiten komt binnen 2 tot 3 minuten
nadat het gereedschap is gestart, moet u controleren
of zich geen zaagsel heeft verzameld rondom de
olietuit.
(Zie "Reinigen van de kettingolietuit".)
(Zie "Controleren van de kettingolie".)
7. Monteren van de spike (apart verkrijgbaar)
(Afb. 19)
Wanneer u de spike gebruikt, raadpleeg „Zaagketting
monteren (vervangen)", verwijder de zaagketting en
het zaagblad en plaats vervolgens de spike met de
twee meegeleverde schroeven.
INDICATIE RESTERENDE
ACCULADING
U kunt de resterende capaciteit van de accu controleren
met behulp van de indicatieschakelaar voor resterende
acculading die het indicatielampje doet branden. (Afb. 20,
Tabel 3)
De indicatie gaat uit ongeveer 3 seconden nadat op de
indicatieschakelaar voor resterende acculading is gedrukt.
Het is raadzaam om de indicatie van de resterende
acculading als richtlijn te gebruiken aangezien er lichte
verschillen zijn afhankelijk van de omgevingstemperatuur
en de staat van de accu.
De indicatie van de resterende acculading kan bovendien
verschillen voor een accu in een gereedschap of in de
oplader. (Accu is niet inbegrepen, wordt apart verkocht)
74