12. Gebruik dit apparaat niet in de aanwezigheid van verontreinigende stoffen of dampen.
13. Dompel dit apparaat niet onder in vloeistoffen. Niet blootstellen aan water of neerslag.
Niet blootstellen aan stoffige omstandigheden.
14. Gebruik apparaten of accessoires niet als deze tekenen van beschadiging vertonen.
15. Gebruik geen smeermiddelen op dit apparaat of enige van de bijbehorende accessoires.
16. Gebruik van dit apparaat op een hoogte boven de 4000 m (13000 voet), of buiten het
temperatuurbereik van 5 °C (41 °F) tot 40 °C (104 °F), of buiten het vochtigheidsbereik van
5% tot 93% kan een negatieve invloed hebben op de stroomsnelheid en het percentage
zuurstof, en daardoor op de kwaliteit van de therapie. Wanneer het apparaat niet wordt
gebruikt, moet het in een schone, droge omgeving tussen de –20 en 60 °C (–4 en 140 °F)
worden bewaard. Gebruik en/of opslag buiten de geldige omstandigheden kan tot be-
schadiging van het product leiden. Voor meer technische details gaat u naar hoofdstuk
15. Technische Beschrijving.
17. Zorg er altijd voor dat er minimaal één batterij is geplaatst voordat u dit apparaat gaat
gebruiken.
18. Als u zich ziek voelt of ongemak ervaart tijdens het gebruik van dit apparaat, neem dan
onmiddellijk contact op met uw arts of zoek medische hulp om letsel te voorkomen.
19. Uw zorgverlener (verantwoordelijke organisatie) moet de compatibiliteit van het appa-
raat en alle gebruikte accessoires vóór gebruik controleren. Om er zeker van te zijn dat u
de therapeutische hoeveelheid zuurstof ontvangt voor uw medische conditie, mogen het
gecontroleerde compatibele apparaat en de accessoires uitsluitend worden gebruikt na-
dat een of meer instellingen door uw zorgverlener (verantwoordelijke organisatie) voor u
zijn vastgesteld of voorgeschreven op basis van uw specifieke activiteitenniveaus.
20. Het elektriciteitssnoer en de slang kunnen gevaar voor struikelen of wurgen opleveren.
Uit de buurt van kinderen en huisdieren houden.
21. Haal dit apparaat of een van de bijbehorende accessoires niet uit elkaar en breng geen
wijzigingen aan. Probeer geen andere onderhoudstaken uit te voeren dan de taken be-
schreven in hoofdstuk 10. Problemen Oplossen. Demontage kan leiden tot elektrische
schokken en hierdoor komt de garantie te vervallen. Neem contact op met uw leverancier
voor onderhoud door bevoegd personeel.
22. Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen reserveonderdelen om een goede wer-
king te garanderen en het risico van brand en brandwonden te voorkomen.
23. Voer geen reparaties of service terwijl het apparaat in gebruik is.
115/292
NL