H. Voedingsspanning/voedingsmodus (alleen geschikt voor 12 V!)
I. Laadtoestand van de accu in procenten (1 balkje = 20%) en oplaadprocedure
• Het balkje brandt = de accu heeft de laadtoestand bereikt
• Het balkje in het accusymbool knippert = de accu wordt tot op de eerstvolgende laadtoestand
opgeladen
• Alle balkjes branden = de accu is volledig opgeladen
5. OPLAADPROGRAMMA'S
5.1. STANDAARD
Om tussen de standaard oplaadprogramma's te kunnen wisselen is het voldoende om kort op de
„Mode"-toets te drukken. De oplader slaat het laatst gekozen standaard oplaadprogramma op, dit
wordt automatisch geselecteerd zodra de stekker weer in het stopcontact wordt gestoken.
A. 12V STD: oplaadprogramma voor loodzuur- en gelaccu's. Na de eerste ingebruikname van de
oplader verschijnt 12V STD op het display.
B. 12V AGM/C: oplaadprogramma voor AGM-accu's en aanbevolen oplaadprogramma bij koude
weersomstandigheden (omgevingstemperatuur van -20°C - +5°C) voor normale loodzuuraccu's.
C. 12V M: oplaadprogramma voor accu's met een lage capaciteit (zie de technische gegevens) en
voor druppelladen van alle onder punt 3 Beoogd gebruik genoemde accu's.
D. 12V LFP: oplaadprogramma voor lithium-ijzerfosfaataccu's (LiFePO4 en LFP).
5.2. SPECIAAL
Om in de modus van het speciale oplaadprogramma te kunnen komen, moet de toets „Mode" inge-
drukt en ca. 5 seconden ingedrukt gehouden worden. Om tussen de verschillende speciale modi
te kunnen wisselen is het kortstondig indrukken van de toets voldoende. Om terug te keren naar
de standaard oplaadprogramma's, moet de toets „Mode" ingedrukt en ca. 5 seconden ingedrukt
gehouden worden of de stekker van de oplader uit het stopcontact worden getrokken.
F. 6V STD: oplaadprogramma voor AGM-, loodzuur- en gelaccu's.
G. RECOND: oplaadprogramma met verhoogde laad-eindspanning en opladen met constant inge-
stelde stroomsterkte. Deze modus mag uitsluitend worden gebruikt voor het reactiveren van
diepontladen 12 V-accu's en moet onder toezicht plaatsvinden! Neem ook de aanwijzingen van
de accufabrikant in acht.
H. SUPPLY: voor verbruikers die normaal gesproken op de 12 V-aansluiting van het voertuig zijn
aangesloten of voor het leveren van de voedingsspanning van het voertuig wanneer de accu
verwijderd is. LET OP: hierbij mag de motor niet worden gestart!
5.3. VOLLEDIG AUTOMATISCH INTELLIGENT 10-TRAPS OPLADEN
4A / 6A /10 A Ladegerät - 12V Ladediagramm:
V
1
2
A
Stap 1/Accucontrole: nadat de oplaadmodus is gekozen controleert de oplader de status van de
accu.
Stap 2/Desulfatering: automatische herkennen van gesulfateerde loodaccu's. Door het pulseren
1. Batterieprüfung:
van stroom en spanning komt het sulfaat van de loodplaten van de accu los, zodat de maximale
Nach Auswahl des Lademodus überprüft das Ladegerät den Status der Batterie.
accucapaciteit weer kan worden hersteld.
2. Desulfatierung:
Stap 3/Opfrissen: met een voorzichtige voorlaadstroomsterkte worden oudere of zelden gebruikte
Automatische Erkennung sulfatierter Bleibatterien. Durch das Pulsieren von Strom und Span
accu's opgeladen en daardoor gereactiveerd.
Bleiplatten der Batterie gelöst, um so die maximale Batteriekapazität wiederherstellen zu kön
Stap 4/Reactiveringslading: met een verhoogde laadstroomsterkte voorzichtig beginnen met
3. Auffrischung:
opladen van de accu.
Mit einem schonenden Vorladestrom werden ältere oder selten eingesetzte Batterien geladen
Stap 5/Analyse: uitschakelen van de laadstroom ter controle van de spanning in onbelaste toe-
4. Reaktivierungsladung:
stand.
Schonendes Anladen der Batterie mit erhöhtem Ladestrom.
Stap 6/Activeringslading: ter voorbereiding op de hoofdlading opnieuw beginnen met de verhoog-
5. Analyse:
de laadstroomsterkte.
Abschaltung des Ladestroms zur Überprüfung der Leerlaufspannung.
Stap 7/Hoofdlading: opladen met constante stroomsterkte en maximale laadstroomsterkte.
6. Aktivierungsladung:
Stap 8/Optimaliseren van het opladen: om de maximaal mogelijke accucapaciteit te bereiken wordt
Wiederaufnahme des erhöhten Ladestroms zur Vorbereitung auf die Hauptladung.
de laadstroomsterkte stapsgewijs gereduceerd.
7. Hauptladung:
Stap 9/Spanningscontrole: de laadtoestand van de accu controleren.
Konstantstromladung mit dem maximalen Ladestrom.
Stap 10/Druppelladen: waar nodig wordt een druppellading uitgevoerd, waarmee wordt voorkomen
8. Ladeoptimierung:
dat de accu leeg loopt.
Der Ladestrom wird stufenweise reduziert, um die max. mögliche Batteriekapazität zu erreich
9. Spannungscheck:
Ladestandprüfung der Batterie.
10. Erhaltungsladung:
Bei Bedarf findet eine Impulserhaltungsladung statt, welche einer Entladung der Batterie vorb
60
3
4
DE
| EN | FR | ES | PT | SE | IT |
5
6
7
NL
| DK | FI | NO | PL
8
9
10