CONTROLEER AARDLEKAUTOMAAT/AARDLEKSCHAKELAAR
Zorg ervoor dat de aardlekautomaat/aardlekschakelaar op "AAN" staat voordat u
deze controleert.
Zet de stroomtoevoer naar de binnenunit aan.
Deze test kan alleen worden uitgevoerd als de binnenunit stroom krijgt.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig om geen andere onderdelen aan te raken dan de testknop
van de aardlekautomaat/aardlekschakelaar wanneer de stroomvoorziening
naar de binnenunit is ingeschakeld. Anders zou u een elektrische schok kunnen
krijgen. Vóór het verkrijgen van toegang tot de aansluitklemmen moet de
stroomvoorziening worden afgesloten.
• Druk op de "TEST"-knop van de aardlekautomaat/aardlekschakelaar. De hendel
draait naar beneden als alles normaal functioneert.
• Neem contact op met uw erkende dealer als de aardlekautomaat/
aardlekschakelaar niet goed functioneert.
• Zet de stroomtoevoer naar de binnenunit uit.
• Als de aardlekautomaat/aardlekschakelaar normaal functioneert, zet u de hendel
weer op "ON" als einde van de test.
PROEFDRAAIEN
9
1. Zorg ervoor dat vóór het uitvoeren van een test, alle punten hieronder zijn
gecontroleerd:
a) Leidingwerk is juist aangebracht.
b) Aansluitingen van elektrische bekabeling is juist uitgevoerd.
c) De binnenunit is gevuld met water en geheel ontlucht.
d) Zet de stroomtoevoer pas aan nadat de binnenunit volledig gevuld is.
2. Zet de stroomtoevoer naar de binnenunit AAN. Zet de aardlekautomaat van de
binnenunit in de "AAN"-stand. Zie vervolgens de bedieningshandleiding voor de
werking van afstandsbediening 3.
Opmerking:
•
Zet in de winter ten minste 15 minuten voor het proefdraaien de voeding
aan en de unit op stand-by.
Neem ruim de tijd om het koelmiddel op te warmen en voorkom dat een
verkeerde foutcode wordt weergegeven.
3. Voor een normale werking moet de waterdruk tussen 0,5 bar en 3 bar (0,05 MPa
en 0,3 MPa) bedragen. Pas, als dat nodig is, de SNELHEID van de waterpomp
d aan, zodat de waterdruk binnen het normale bereik komt. Als het aanpassen
van de SNELHEID van de waterpomp d geen oplossing biedt voor het
probleem, neem dan contact op met uw plaatselijke erkende dealer.
4. Na het proefdraaien moet u de magnetische waterfi lterset c reinigen. Installeer
dit weer nadat u klaar bent met schoonmaken.
CONTROLEER HET WATERDEBIET VAN HET WATERCIRCUIT
Selecteer Instellingen installateur Onderhoudsinstelling Maximale
pompsnelheid Ontluchten
Stel het maximale waterdebiet bij normale werking van de pomp in op minimaal
15 l/min.
*Het waterdebiet kan worden gecontroleerd in de service-instellingen (max. snelheid
pomp)
[Werking van de verwarming bij lage watertemperatuur met een lager waterdebiet
kan "H75" veroorzaken bij het ontdooiproces.]
*Als er geen debiet is of H62 wordt weergegeven, moet u de pomp stoppen en de
lucht laten ontsnappen (zie Controle op luchtophoping).
RESET OVERBELASTINGSBEVEILIGING 0
Overbelastingsbeveiliging 0 heeft als doel het systeem te beveiligen tegen
oververhitting van het water. Wanneer de overbelastingsbeveiliging 0 wordt
ingeschakeld bij een hoge watertemperatuur, neem dan de volgende stappen om
het te resetten.
1. Neem de afdekkap er af.
2. Duw met een testpen de centrale knop voorzichtig in en reset zo de
overbelastingsbeveiliging 0.
3. Breng de afdekkap weer op de oorspronkelijke plek terug.
10
Duw met een testpen
deze knop in en reset
de overbelastingsbevei-
liging 0.
ONDERHOUD
10
•
Om te zorgen dat de binnenunit veilig en optimaal functioneert moeten met
regelmatige intervallen seizoensinspecties aan de binnenunit en functionele controles
van de bedrading van aardlekautomaat en het leidingwerk worden uitgevoerd. Dit
onderhoud moet door een erkende dealer worden uitgevoerd. Neem contact op met
de dealer voor planmatige inspecties.
Onderhoud voor magnetische waterfi lterset
1. Schakel de stroomvoorziening UIT.
2. Zet een container onder de magnetische waterfi lterset c.
3. Verwijder de magnetische stang aan de onderzijde van de magnetische waterfi lterset
c door te draaien.
4. Verwijder met een inbussleutel (8 mm) de dop van de aftappoort.
5. Open met een inbussleutel (4 mm) de serviceafsluiter, zodat vuil water vanuit de
aftappoort in de container kan lopen. Sluit de serviceafsluiter zodra de container
vol is, zodat morsen in de tankunit wordt vermeden. Gooi het vuile water weg.
6. Breng de dop van de aftappoort en de magnetische stang weer aan.
7. Vul zo nodig opnieuw het water voor de ruimteverwarming/koelcircuit
(zie hoofdstuk 7 voor details)
8. Schakel de stroomvoorziening AAN.
Bedrijfsaf-
Open
c
sluiter
Aftappoort
Magnetische
stang
Dicht