2. Gebruiksveiligheid
ATTENTIE!
Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies nauwkeurig. Het niet opvolgen
van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot ernstig letsel of zelfs de dood.
De termen "apparaat" of "product" worden in de waarschuwingen en instructies gebruikt om te verwijzen
naar:
Werkplaatskast
2.1.
Veiligheid op de werkplek
a)
Zorg ervoor dat de werkplek schoon en goed verlicht is. Een rommelige of slecht verlichte werkplek
kan leiden tot ongelukken. Probeer vooruit te denken, observeer wat er gebeurt en gebruik gezond
verstand wanneer u met het apparaat werkt.
b)
Als u niet zeker weet of het product correct werkt of als u schade aantreft, neem dan contact op met
het servicecentrum van de fabrikant.
c)
Alleen het servicecentrum van de fabrikant mag het product repareren. Probeer zelf geen reparaties
uit te voeren!
d)
Controleer regelmatig de staat van de veiligheidslabels. Indien de etiketten onleesbaar zijn, moeten zij
worden vervangen.
e)
Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik. Als dit apparaat aan een derde wordt doorgegeven,
moet de handleiding worden meegegeven.
f)
Bewaar verpakkingselementen en kleine montagedelen op een plaats die niet toegankelijk is voor
kinderen.
g)
Indien dit apparaat samen met andere apparatuur wordt gebruikt, moeten ook de overige
gebruiksaanwijzingen worden opgevolgd.
Herinner! Bescherm kinderen en andere omstanders bij het gebruik van het apparaat.
2.2.
Persoonlijke veiligheid
a)
Het toestel is niet ontworpen om te worden bediend door personen (inclusief kinderen) met beperkte
mentale en sensorische functies of personen zonder relevante ervaring en/of kennis, tenzij zij onder
toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of zij instructies hebben
ontvangen over de bediening van het toestel.
b)
Gebruik bij het werken met het apparaat uw gezond verstand en blijf alert. Tijdelijk concentratieverlies
tijdens het gebruik van het apparaat kan leiden tot ernstig letsel.
c)
Het apparaat is geen speelgoed. Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze
niet met het apparaat spelen.
2.3.
Veilig gebruik van het apparaat
a)
Overbelast het apparaat niet. Gebruik het juiste gereedschap voor de gegeven taak. Een juist gekozen
apparaat zal de taak waarvoor het is ontworpen beter en veiliger uitvoeren.
b)
Houd het apparaat in perfecte technische staat. Controleer voor elk gebruik op algemene schade,
controleer vooral bewegende onderdelen op gebarsten onderdelen of elementen, en op andere
omstandigheden die de veilige werking van het apparaat kunnen beïnvloeden. Indien schade wordt
geconstateerd, dient het apparaat voor gebruik ter reparatie te worden aangeboden.
c)
Om de operationele integriteit van het apparaat te waarborgen, mogen in de fabriek gemonteerde
afschermingen niet worden verwijderd en mogen geen schroeven worden losgedraaid.
d)
Bij het vervoer en de behandeling van het apparaat tussen het magazijn en de bestemming moeten de
gezondheids- en veiligheidsbeginselen voor handmatige transporten in acht worden genomen die
gelden in het land waar het apparaat zal worden gebruikt.
e)
Maak het apparaat regelmatig schoon om te voorkomen dat hardnekkig vuil zich ophoopt.
f)
Het is verboden aan de structuur van het apparaat te zitten om de parameters of de constructie ervan
te wijzigen.
g)
Overbelast het apparaat niet.
NL