FIJN DAT U HEBT GEKOZEN
VOOR EEN PRODUCT VAN RYOBI.
Lees eerst deze HANDLEIDING en ook de
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN zorgvuldig door
om zeker te stellen dat u het product veilig en
naar volle tevredenheid zult gebruiken. Houd u
altijd strikt aan de voorschriften om gevaar voor
brand, elektrische schokken of lichamelijke letsel
te beperken.
OVERZICHT
1. Asvergrendeling
2. Zaagbladschroef
3. Platte sleutel
4. Buitenflens van het zaagblad
5. Onderste beschermkap
6. Hendel van de onderste beschermkap
7. Bovenste beschermkap
8. Zaagblad
9. Binnenflens van het zaagblad
10. Stofafzuigmondstuk
11. Spouwmes
12. Blokkeerknop van de zaagdiepteafstelling
13. Voetplaat
14. Zaagdiepte
15. Schaalverdeling
16. Instelknop voor de afschuinhoek
17. Afschuinschaalverdeling
18. Schakelaar
19. Ontgrendelknop
20. Geleider-inkeping
21. Instelbeugel van de zaagdiepte
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1. Controleer of de netspanning overeenkomt met de
aanduidingen op het kenplaatje van de machine.
2. Gebruik uw machine nooit zonder de behuizing of
als er bouten ontbreken. Als de behuizing of bouten
verwijderd zijn, breng deze dan weer terug op hun
plaats voordat u de machine gaat gebruiken.
Houd alle onderdelen in goede staat van werking.
3. Zorg dat u stevig greep hebt op de machine wanneer
u hoog werkt.
4. Raak nooit het zaagblad, de slijpschijf of andere
bewegende delen aan tijdens gebruik.
5. Start de machine nooit wanneer een draaiend deel in
aanraking is met het werkstuk.
6. Leg de machine nooit neer voordat alle bewegende
delen volledig tot stilstand zijn gekomen.
7. ACCESSOIRES: het gebruik van andere accessoires
en hulpstukken dan die welke in deze handleiding
worden aanbevolen kan gevaar opleveren.
8. RESERVEONDERDELEN: onderdelen mogen
uitsluitend door originele reserveonderdelen worden
vervangen.
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR CIRKELZAGEN
1. Deze zaag is uitsluitend bestemd voor gebruik in hout.
Gebruik deze zaag nooit om in andere materialen
dan in hout te zagen.
2. Controleer eerst of het zaagblad op de juiste manier
is geïnstalleerd volgens de aanwijzingen van het
gedeelte Gebruik voordat u de stekker van de
machine in het stopcontact steekt.
3. Houd het zaagblad nooit in iemands richting: dit is
namelijk buitengewoon gevaarlijk.
4. Houd het netsnoer uit de buurt van het werkstuk om
gevaar voor elektrische schokken te voorkomen.
5. Houd de zaagmachine stevig vast als u de machine
aanzet: door de grote inertie loopt u de kans de
machine ongewild los te laten.
6. Houd de zaagmachine altijd stevig met beide handen
vast tijdens het zagen. Het is uiterst gevaarlijk om
de zaag maar met één hand vast te houden.
7. Wacht tot het zaagblad op volle toeren is gekomen
voordat u begint met zagen.
8. Het is uiterst gevaarlijk om de cirkelzaagmachine in
omgekeerde stand te gebruiken, dat wil zeggen met
het zaagblad omhoog en met het motorblok vastgeklemd
in een bankschroef of een ander soort klem.
9. ZORG ERVOOR DAT DE BESCHERMKAPPEN
ALTIJD OP HUN PLAATS ZITTEN EN GOED
WERKEN. Zet de onderste beschermkap niet in
geopende stand vast. Controleer vóór elk gebruik of
de onderste beschermkap goed functioneert.
Gebruik uw zaagmachine niet als de onderste
beschermkap niet goed vanzelf rond het zaagblad
terugklapt.
LET OP!
Als de zaag is gevallen, bestaat de kans dat
de onderste beschermkap daarbij is verbogen,
waardoor de kap niet meer het gehele zaagblad
afdekt.
10. ZORG ERVOOR DAT HET ZAAGBLAD ALTIJD
SCHOON EN SCHERP IS. Scherpe zaagbladen
beperken het risico van vastlopen en terugslaan.
11. GEVAAR!
HOUD UW HANDEN UIT DE BUURT VAN DE
ZAAGZONE EN VAN HET ZAAGBLAD. Ga niet met
uw handen langs de onderkant van het werkstuk
terwijl het zaagblad draait.
Probeer niet om afgezaagd materiaal weg te halen
terwijl het zaagblad in beweging is.
LET OP!
Door inertie draait het zaagblad na uitschakeling
van het gereedschap nog enkele ogenblikken
door.
12. ONDERSTEUN GROTE PLATEN. Om de risico's van
klemmen en terugstuiten van het zaagblad te
beperken, dient u grote platen altijd te ondersteunen,
zoals getoond in afbeelding 12. Wanneer het nodig
is de cirkelzaag op het werkstuk te laten rusten,
moet u de machine op het grootste deel laten rusten
terwijl u het kleinste deel afzaagt.
NL
29