NL
kunnen alleen worden verwijderd door de stappen in omgekeerde volgorde van montage uit te voeren.
De volgende stap is het afstellen van de voorste handgreep. Door de knoppen voor het vergrendelen van de handgreep ingedrukt
te houden, kunt u de positie van de handgreep (X) aanpassen. De positie van de handgreep moet proefondervindelijk worden
gekozen, in overeenstemming met de fysieke omstandigheden van de gebruiker en het terrein waarop de stofzuiger zal worden
gebruikt. De positie van de handgreep moet het mogelijk maken om met gebogen ellebogen en gestrekte rug te werken. Het moet
ook de bewegingsvrijheid van de bladzuiger in het werkvlak garanderen.
LET OP! Het is verboden de bladzuiger te gebruiken zonder een goed passende zak of met een beschadigde bladzuigerzak. De
machine mag alleen worden gebruikt met de meegeleverde zak. Neem contact op met het geautoriseerde servicecentrum van de
fabrikant om een nieuwe zak aan te schaff en.
Draagriem
Op de behuizing van het apparaat bevindt zich een bevestigingsklem voor de draagriem (XI). De riemclip moet zodanig aan de
klem worden bevestigd dat de klemvergrendeling voorkomt dat de machine per ongeluk losraakt tijdens het gebruik. De riem moet
zo worden gedragen dat hij op één schouder rust en vervolgens diagonaal om de borst van de bediener wordt gewikkeld, zodat
het gereedschap op heuphoogte (XII) kan worden vastgehaakt.
Het apparaat aansluiten op de voeding
Het gereedschap wordt gevoed door twee accu's. Het apparaat start niet op als één van de accu's niet op het apparaat is gemon-
teerd of ontladen is. De accu's in het gereedschap zijn in serie geschakeld, wat betekent dat het gereedschap wordt gevoed met
de som van hun nominale spanningen. Het wordt aanbevolen dat beide accu's dezelfde capaciteit hebben en in dezelfde mate
worden opgeladen. De accu's die gebruikt worden om het gereedschap te voeden, moeten ook in gelijke mate gebruikt worden.
Het is niet aan te raden om een gebruikte accu te gebruiken samen met een nieuwe, ook al zijn beide evenveel opgeladen en
hebben ze dezelfde capaciteit. Het niet opvolgen van de bovenstaande aanbevelingen zal leiden tot kortere werktijden en snellere
slijtage van de accu's die gebruikt worden om het gereedschap te voeden. Schuif de accu in een van de sleuven zodat de vergren-
deling aan de buitenkant van de sleuf zit (XIII). Schuif de accu in de contactdoos tot de vergrendeling vastklikt. Herhaal dit voor
de tweede accu. Controleer of de accu's niet losraken tijdens het gebruik. De accu kan worden verwijderd door de vergrendeling
in te drukken en vast te houden en vervolgens de accu uit het stopcontact te trekken.
Alleen de volgende 18 V Li-Ion YATO-accu's kunnen worden gebruikt om het apparaat van stroom te voorzien: YT-82842, YT-
82843, YT-82844 en YT-82845, die alleen kunnen worden opgeladen met YATO opladers YT-82848 of YT-82849. Het is verboden
om andere accu's te gebruiken met een andere nominale spanning en die niet overeenkomen met de accucontactdoos van het
apparaat. Het is verboden om het stopcontact en/of de accu te vervangen om ze in elkaar te passen.
Activering van de bladblazer / bladzuiger
Zorg ervoor dat de accu's zijn aangesloten op het apparaat. Pak het product vast aan de handgreep en zorg ervoor dat de luch-
tinlaat en -uitlaat niet worden geblokkeerd. Richt de uitlaat van de blaaskop zodanig dat de luchtstroom niet op personen, dieren
of voorwerpen gericht is. Start het product door met uw vinger op de schakelaar op het bedieningspaneel te drukken. Als u op
de schakelaar drukt, start de luchtstroom. Op het bedieningspaneel (XIV) bevinden zich lampjes die de ladingstoestand van de
accu's bij benadering aangeven, rood, oranje, groen - accu opgeladen. Rood, oranje - accu gedeeltelijk opgeladen. Rood - de
accu moet worden opgeladen.
Eenmaal opgestart, werkt het apparaat op zijn zwakste luchtstroom. Druk op de luchtkrachtknop op het bedieningspaneel, gemar-
keerd met een pijl naar boven, om de luchtstroomkracht te verhogen. Druk op de knop voor de luchtstroomkracht op het bedie-
ningspaneel, gemarkeerd met een pijl omlaag, om de luchtstroomkracht te verminderen. Bij elke druk op de knop voor verhogen
of verlagen wordt de luchtstroomkracht met één graad verhoogd of verlaagd.
Een verandering in de luchtstroomkracht wordt aangegeven door de brandende lampjes; hoe meer lampjes branden, hoe groter
de blaas- of zuigkracht. Om de bladblazer uit te schakelen, drukt u met uw vinger op de schakelaar, wacht u tot de werking van
de machine volledig gestopt is en koppelt u de machine los van de voeding door de batterijen los te koppelen. Ga dan verder
met het onderhoud.
Turbofunctie
Tijdens de werking van het apparaat is het mogelijk om de luchtstroomcapaciteit tot het maximum te verhogen door de turbofunc-
tie te gebruiken. Deze functie mag slechts kortstondig gebruikt worden, gedurende maximaal 30 seconden, en alleen als het lucht-
debiet bij normale werking onvoldoende is. De turbofunctie werkt onafhankelijk van het op dat moment ingestelde luchtdebiet. Om
de turbofunctie te gebruiken, moet het apparaat opgestart worden. De turbofunctie kan pas worden geactiveerd als de machine
de snelheid van de volledige modus heeft bereikt. Houd vervolgens de knop "TURBO" op het bedieningspaneel ingedrukt. Als
u de druk op de knop loslaat, keert de machine terug naar de normale werking. De bladblazer beschikt niet over de optie om in
turbomodus te werken door de knop "TURBO" ingedrukt te houden.
Aanbevelingen omtrent apparaatgebruik
Zorg er altijd voor dat de inlaat- en uitlaatopeningen en het mondstuk niet worden geblokkeerd. In het geval van gedeeltelijke of
volledige obstructie, zal het eerste teken een toename van lawaai en trillingen zijn. De volledige doorlatendheid moet onmiddellijk
worden hersteld. Werken met een verstopt apparaat is niet eff ectief en kan oververhitting en schade aan het product veroorzaken.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
82