Descargar Imprimir esta página

Pioneer ND-PG1 Manual Del Propietário página 83

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 16
5. Controleer de werking.
Rijd op een veilige plaats met een snelheid van ongeveer 5 kilometer/uur met uw auto.
Indien de sensoreenheid juist functioneert, zal er een snelheidimpuls naar de navigatie-een-
heid worden gestuurd. Bekijk het monitordisplay en controleer of de sensoreenheid juist
werkt. (Zie de gebruiksaanwijzing van de navigatie-eenheid voor details aangaande het
controleren.)
• U kunt tevens de werking van de sensoreenheid controleren met de SPEED PULSE
INDICATOR op de bovenkant van deze eenheid. De indicator knippert rood indien een
snelheidimpuls wordt uitgestuurd.
Indien de werking van de sensoreenheid instabiel is:
• Indien de snelheidimpuls instabiel wordt uitgestuurd, moet u de plaats van de sensoreenheid iets
veranderen. Herhaal vervolgens de handelingen vanaf stap 3.
• Magnetiseer de band nogmaals indien na het veranderen van de plaats van de sensoreenheid de
werking nog steeds niet juist is.
6. Druk de uitgangsschakelaar van de sensoreenheid weer terug naar de USE
stand.
Controleer de werking en druk de schakelaar naar USE nadat u de definitieve plaats voor
de sensoreenheid heeft bepaald.
7. Installeer de sensoreenheid op de gekozen plaats en zet goed vast.
(Zie "Installeren" op blz. 13.)
12

Publicidad

loading